Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 oktober 2025
De jeugdige schilder plaatste aan den voet der teekening het navolgend onderschrift, dat volstrekt niet schaden kon: Olivier Sinclair aan Miss Campbell. Staffa, 7 September 1881. Toen het ontbijt genuttigd was, liet John Olduck de grootste der twee sloepen van de Clorinda optuigen.
Juist toen de sloep van de Clorinda vóór de opening van die diepe uitholling was aangekomen, liet de stoomboot, met toeristen van Oban bevracht, haar anker in het gezicht van het eiland vallen. Gelukkig zouden onze vrienden, gedurende het tijdsverloop van twee uur, dat Staffa aan de passagiers van de Pioneer toebehoorde, niet gehinderd worden.
Daarenboven zou de kok van de Clorinda nog steeds het hulpmiddel hebben om den voorraad aan te vullen uit de stoomboot, die den geregelden dienst van Oban naar Staffa onderhoudt. Miss Campbell had bij het aanbreken van den dag bezit genomen van een lief en bevallig kamertje, dat zich in het achteruit van het jacht bevond.
Tegen acht uur, werd het eerste ontbijt, bestaande uit thee, boter en »sandwich's" in de eetzaal van de Clorinda voorgezet. De gasten allen goed gemutst, deden de tafel aan boord alle eer aan en betreurden den wal niet. Die ondankbaren! Toen miss Campbell op het dek terug kwam, was het jacht over stag gegaan en lag bakboord over.
Het gleed, met den wind vlak van achteren, vooruit eerder onder den invloed van den opkomenden vloed dan onder den druk eener bries, welker laatste zuchtjes ternauwernood het zeiltuig konden vullen. »Het is de Clorinda," zei Olivier Sinclair, »en daar zij koers zet om ten oosten van Staffa voor anker te komen, zoo zal zij binnen door varen en onze waarneming niet kunnen hinderen."
Maar dat alles kon miss Campbell weinig schelen. Dat de Clorinda onder zeil was, kon als het voornaamste gerekend worden. Een uur later was Jona in den morgennevel verdwenen en met dat eiland ook het verafschuwde beeld van dien plezier-bederver, wiens naam Helena zelfs wilde vergeten. Openhartig bekende zij dat aan haar ooms: »Heb ik geen gelijk, papa Sam?" »Volkomen gelijk, mijn waarde Helena."
Den volgenden morgen reeds ten zes uur vertrok uit de kleine haven van Jona de Clorinda, een bevallig vaartuig van vijfenveertig of vijftig ton, dat bij een lichte noordwesterbries, met stuurboordshalzen over, zoo scherp mogelijk bij den wind de open zee trachtte te bereiken. De Clorinda had miss Campbell, Olivier Sinclair, broeder Sam, broeder Sib, juffrouw Bess en Partridge aan boord.
»Om terstond onder zeil te gaan. Met den meer en meer opstekenden wind zullen wij, voor dat de avond invalt, te Achnagraig zijn. Wij kunnen te Staffa weerom komen, wanneer de storm overgewaaid is. »Maar waarom niet naar Jona teruggekeerd, wat de Clorinda binnen het uur zou kunnen bereiken?" vroeg broeder Sam.
Middelerwijl ging Olivier Sinclair naar de haven en trof daar de noodige beschikkingen met John Olduck. John Olduck was de kapitein van de Clorinda, een echte zeerob met zijn ouderwetsch mutsje met gouden lis op het hoofd, zijn buisje met metalen knoopen en zijn broek van grof blauw laken.
Indien de kapitein van de Clorinda gedurende de laatste vier en twintig uren zich in een der havens van het Vereenigd Koninkrijk bevonden had, zou hij kennis hebben bekomen van een meteorologisch bericht, dat weinig geruststellends bevatte voor de schepen, die zich zeilende of stoomende op dit gedeelte van den Atlantischen Oceaan bevonden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek