United States or Peru ? Vote for the TOP Country of the Week !


Olivier Sinclair, die het ongenoegen bespeurde, dat het overhaast vertrek bij miss Campbell te weeg bracht, kwam tusschenbeide. »Kapitein Olduck," vroeg hij, »hoelang kan die storm duren?" »In dit jaargetij," antwoordde de kapitein, »hoogstens twee of drie dagen." »En gij oordeelt het vertrek noodzakelijk?" »Noodzakelijk en daarbij spoed dringend!" »Wat zijn dan uw plannen?"

O! ik zou het mij mijn geheele leven lang verwijten, zulke grootste natuurtafereelen gemist te hebben! Vertrek dus, kapitein Olduck, wij blijven hier en zullen u afwachten!" »Maar..." begonnen de gebroeders Melvill, wien dit vreesachtig woord bijna te gelijker tijd ontsnapte.

Maar wie belette die te verlengen en het vaartuig den Groenen Straal te gemoet te laten gaan, hem in den vollen Atlantischen Oceaan op te zoeken? Maar neen! Men was overeengekomen naar Staffa te stevenen, en John Olduck nam zijn maatregelen, om dit eilandje, dat het meest beroemde van al de Hebridische eilanden is, bij het doorkomen van den vloed te bereiken.

De jeugdige schilder plaatste aan den voet der teekening het navolgend onderschrift, dat volstrekt niet schaden kon: Olivier Sinclair aan Miss Campbell. Staffa, 7 September 1881. Toen het ontbijt genuttigd was, liet John Olduck de grootste der twee sloepen van de Clorinda optuigen.

Wolken met zeer onscherpe vormen, eigenlijk meer nevelflarden joegen reeds met groote snelheid door de luchtruimte. De bries stak meer en meer op en zou weldra aangroeien tot storm. De zee, met schuim overdekt, was melkwit. De golven braken met kracht op de basaltkegels, die den grondslag van het eilandje vormen. John Olduck was lang niet gerustgesteld.

Maar bij gebrek aan dat weerbericht, duidde de barometer van het jacht toch een groote atmospherische stoornis aan, waarmede ieder voorzichtig zeeman rekening moest houden. Dien morgen van den 8sten September dus beklom John Olduck, nog al verontrust, den rotsrand, die Staffa in het westen begrenst, ten einde den toestand van de zee en van den dampkring te onderzoeken.

Toen verlieten miss Campbell met Olivier Sinclair en de gebroeders Melvill, alsook juffrouw Bess en Partridge, de Clorinda, en liet John Olduck het anker lichten, na de kleine vlet van het jacht, die den toeristen van groot nut kon zijn om van de eene rots naar de andere te komen, ter hunner beschikking gesteld te hebben.

»Neen... neen... in Godsnaam niet naar Jona!" riep miss Campbell, die reeds de schaduw van Aristobulus Beerenkooi zag opdoemen. »Wij zouden in de haven van Jona niet veiliger zijn dan hier op de ankerplaats van Staffa," merkte John Olduck op. »Welnu, vertrek, kapitein," zei Olivier Sinclair, »vertrek onmiddellijk naar Achnagraig en laat ons hier te Staffa."

Olivier Sinclair en Partridge spoedden intusschen in allerijl voort naar de grot van Clam Shell. Vijf minuten later verschenen de jonkman en de oude dienaar weer; zij sleepten de kleine vlet van de Clorinda, die kapitein Olduck ten gerieve der toeristen had achtergelaten, over den straatweg voort.

»Hier te Staffa," antwoordde John Olduck. »Hier te Staffa, waar gij zelfs geen huis hebt om in te schuilen!" »Zou de grot van Clam-Shell voor die weinige dagen niet voldoende zijn?" hernam Olivier Sinclair. »Welk gebrek zullen wij daarin hebben? Geen nietwaar? Wij hebben aan boord voldoenden leeftocht, wij hebben het beddegoed onzer kooien, wij hebben kleêren genoeg tot wisseling.