United States or Dominican Republic ? Vote for the TOP Country of the Week !


Welk huis, welk huis?? riepen allen, die bezorgd waren om verwanten, vrienden. Het huis van den voller! riep het rondom. Het huis waar Autronius woont, den slavenkoopman! Alle heilige goden van den Olympus!! riep de dominus. Dat is waar ik woon!! Ingestort! verzekerden wie het wisten en knikten de koppen. Dat is waar mijn caterva is gehuisvest! riep de dominus radeloos. Wanneer is het ingestort??

Syrus! Waar zijn de anderen?? Syrus had een huil van smart en een armgezwaai van wanhoop. Waar zij waren? Dáar! Dáar! Onder dat puin, begraven, dood of half verstikt, verbrijzeld.... Uitgraven, uitgraven! riepen zij rondom en reeds kwamen er met schoppen aan. Mijn caterva! Mijn caterva!! gilde de dominus. Eén-en-twintig slaven!! Heeft niemand zich kunnen redden dan jij....?? Afer!

En zij waren daar te zamen, aan het strand, de dominus zittende mismoediglijk op een stuk rots, waar de middagvloed om schuimde, om zich, op het strand, de tweelingen en de twee gladiatoren.... Onder de puinhoopen van het huis was ook de "paraziet" gevonden maar met gebroken beenen en hij werd ook in de villa verzorgd en de dominus had hem met manumissio "vrijgelaten", maar hoe zoû hij voortaan, vrij, geen slaaf meer, geen komediant meer, zijn brood verdienen, als Plinius hem niet meê zoû laten eten met zijn eigene slaven?? En mismoedig zat de dominus: geruïneerd was hij, als hij zeide: zijn caterva bijna geheel verloren door de vreeslijke ramp: o, hoe zoû hij er ooit boven-op nog komen!

Mooie dingen, zèldzaam! zei Thymele, de beroemde. Of ze zeldzaam zijn! zei Latinus, eveneens een beroemde. Cecilius, fluisterde Cecilianus tegen zijn broêrtje, beide knapen, bibberend van angst, naakt tusschen de toekijkende caterva; twée goudstukken zijn er voor òns bij! Laat maar, fluisterde Cecilius. Ik gap ze hem later weêr alle drie af. Silus tot den tooneelknecht zal je niet hard slaan?

Nilus wenkte haar, dat het er niet op aan kwam, kom, zóo nauwkeurig te rekenen, als de heele caterva kwam avondmalen en natuurlijk terug zoû komen alle de dagen, dat zij spelen zouden en de Megalezia duurden. Heer caupo! riep de "paraziet", fijntjes; schenk den wijn liever mijn mond in dan in mijn schoot! Rondom schaterlachten de gasten: Hij blijft in zijn rol! Hij blijft in zijn rol!

Er is nog wel een broodje, een worstje, een ui; er is zelfs nog saucijs van Lucanië, er zijn jonge kooltjes in laserpicium gestoofd, er is versche kaas van Trebula, er is honig van den Hybla, er zijn vijgen van de Campania en wijn is er altijd!! En Nilus, de heerlijkheden op sommende, wenkte dominus en caterva binnen en zij kwamen, zij kwamen nader, de een na den ander kwam binnen.

Buiten, in de manenacht, druk pratend, lachend, dreigend, met een vloek er nog tusschen door van den "paraziet", vervloeide de caterva, in de richting van de Suburra. Zij ging naar Nilus, avondmalen.

En het was als een berg van puin, een berg, die steeds wolkte van witte asch en gekreun klonk nu duidelijker van slachtoffers, levend nog maar verbrijzeld, half verstikt onder de puinhoopen. Mijn caterva!

Edele Martialis, waarlijk! En jùllie jongens, hoor nu even toch.... Gaan jùllie toch dóór, naar het Theater?! donderde hij de caterva toe, die bleef kijken: de koppen, plots, verdwenen: het daglicht viel helderder neêr over den, door Tryfo steeds opgehouden, uitgespreiden titulus: Je weet, ik doe voor jullie w

Goede menschen, zèg mij: wat is er van mijn caterva?! Hij sloeg de handen in de lucht, hij schreeuwde het uit, hij smeekte om inlichting. Plotseling zag hij, afgegleden van den muil, Nilus, die zich baan maakte naar hem. En achter Nilus gilden de vrouwen aan, de dikke Alexa, Gymnazium, de meiden van Taurus en Taurus zelve, allen schreeuwende, gillende, huilende, roepende tot de goden.