Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 juli 2025


Calandrino klaagde toen nog harder en zeide: Bij het Lichaam van God, ik zeg de waarheid, en Bruno hernam: Zeg dat maar en indien gij het zoo wilt vertellen, schreeuw dan hard en doe denken, dat het waar is. Calandrino sprak: Gij zult mij aan den duivel overleveren. Gij gelooft mij toch niet; ik zal opgeknoopt worden, als het niet geroofd is. Toen sprak Bruno; Kijk, hoe is dat mogelijk!

Toen zij op een dag zich daarover beklaagden en er een metgezel van hen bijgekomen was, die Nello heette, een schilder, overlegden zij, om zich op kosten van Calandrino te goed te doen. Zonder uitstel, na geregeld te hebben, wat zij te doen hadden, beloerden zij den volgenden morgen, hoe laat de Calandrino uit huis ging.

De eerbare donna, die dit hoorde, werd heelemaal rood van schaamte en met gebogen voorhoofd zonder een woord te spreken ging zij de kamer uit. Calandrino riep weeklagend: Wee mij! Ongelukkige, die ik ben! Hoe zal ik doen? Hoe zal ik van dat kind bevallen? Waar moet het uit komen? Ik ben verloren door de hartstocht van mijn vrouw; dat God haar zoo treurig make als ik vroolijk zou willen wezen.

Ze zullen er dan niet aan denken en aldus zullen wij de gemberpillen kunnnen zegenen zoo goed als het brood en de kaas. Buffalmacco zeide: Dat is goed en gij, Calandrino, wat zegt gij er van? Wat zullen wij doen? Calandrino sprak: Ik bid U er om bij de liefde tot God. Want als ik wist, wie het gestolen heeft, zou ik al half getroost zijn.

Daarom zeide Bruno tot Calandrino, toen het meisje eens was teruggekomen en hij eerst met Filippo en haar had afgesproken, wat er gedaan moest worden: Kijk, vriend, die donna heeft mij wel duizend maal beloofd te zullen doen, wat gij wilt en ten slotte doet zij niets en het schijnt mij, dat zij u bij den neus leidt en daarom zullen wij er haar toe nopen, of zij wil of niet.

Maar toen Bruno en Buffalmacco met Calandrino waren achter gebleven, zeiden zij tot hem: Wij waren er wel zeker van, dat gij het zelf hebt gedaan en dat gij ons hebt willen wijs maken, dat het u ontstolen was om geen rondje te geven van het geld, dat gij daaruit geslagen hebt. Calandrino, die de bitterheid van de aloë nog niet had uitgespuwd, begon te zweren, dat hij het niet had gedaan.

Er is al dikwijls over de daden van Calandrino gesproken en indien ik er aan denk, gelijk voor kort Filostrato zeide, dat die allen vermakelijk zijn, durf ik u er nog wel een novelle van vertellen, die ik om van de waarheid af te wijken wel had kunnen samenstellen onder andere namen. Maar omdat dit het genoegen bij de hoorders zeer vermindert, zal ik u dit daarom in den echten vorm verhalen.

Buffalmacco en Bruno zagen, dat Calandrino geheel beladen was en toen het etensuur naderde, zeide Bruno tot Buffalmacco: Waar is Calandrino? Buffalmacco, die hem dichtbij zag, keerde zich om en antwoordde dan hier, dan daar kijkend: Ik weet het niet, maar zooeven toch was hij nog voor ons.

Buffalmacco en Bruno gingen Calandrino, nadat zij met de tolgaarders hadden gelachen, langzaam achterop en toen zij bij zijn deur waren, hoorden zij het wreede pak ransel, dat hij zijn vrouw gaf en veinzend pas te zijn aangekomen, riepen zij hem. Calandrino geheel bezweet en vuurrood vertoonde zich aan het venster en verzocht ze boven te komen.

Goed, hernam Bruno, ik ben bereid daarvoor naar Florence te gaan, indien gij mij geld geeft. Calandrino had misschien veertig stuivers, welke hij hem gaf. Bruno, die naar een intiemen vriend te Florence ging, kocht een pond flinke gemberpillen en liet er twee van het soort voor honden maken, die hij in deeg van aloë liet doen.

Woord Van De Dag

camerinus

Anderen Op Zoek