Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juni 2025
Ik zag het nog gisteren. Meent gij mij te kunnen wijs maken, dat het gestolen is? Calandrino sprak: Het is, zooals ik u zeg. Hè, hernam Bruno, hoe kan dat zijn! Zeker, zeide Calandrino, zoo is het, en ik weet niet, hoe ik naar huis zal komen. Mijn vrouw zal mij niet gelooven en als zij het toch doet, zal ik het heele jaar geen vrede meer met haar hebben.
En om kort te gaan, als Filippo heden ergens heen gaat, spreek haar toe, raak haar aan en ga in de schuur hiernaast, die de beste plaats is, omdat er nooit iemand komt. Gij zult zien, dat zij u zal volgen. Wanneer zij er is, weet gij wel, wat gij te doen hebt. Calandrino was zeer gelukkig en na het formulier te hebben opgenomen, zeide hij: Kameraad, laat mij gaan.
Nadat zij de steenen, die zij verzameld hadden, hadden weggegooid, hielden zij een oogenblik stand bij de tolgaarders; deze ingelicht deden of ze niets zagen en lieten met het meeste plezier van de wereld Calandrino stil door. De fortuin was de grap zóó gunstig, dat, terwijl Calandrino langs de rivier ging en door de stad, hem niemand tegen kwam, daar elk aan het ontbijt was.
Buffalmacco zeide: Maar wat hebt gij er voor gehad, grappenmaker, te goeder trouw? Hebt gij er zes florijnen aan verdiend? Calandrino, die dit hoorde, begon te wanhopen.
En in plaats van de vijf lire liet de priester haar tamboerijn herstellen en daar een schel aanhangen en daarmee was zijn voldaan. Derde Vertelling. Calandrino, Bruno en Buffalmacco dalen in de vallei der Mugnone af om den Heliotroop te zoeken. Calandrino meent dien gevonden te hebben en gaat met steenen beladen naar huis.
En dan zullen wij er van nemen, zooveel wij willen. Niemand zal ons zien en wij zullen ons verrijken zonder den ganschen dag de muren te moeten bekladden gelijk de slakken doen. Toen Bruno en Buffalmacco hem hoorden, begonnen zij te glimlachen en deden, of zij zeer verbaasd waren en prezen den raad van Calandrino, maar Buffalmacco vroeg, welken naam die steen had.
Daar dichtbij liep een kleine beek van den besten witten wijn, die men ooit drinkt, zonder dat er ooit een druppel water in kwam. O, zeide Calandrino, dat is een goed land, maar zeg mij, wat doet men met de kapoenen, die zij braden? Maso antwoordde: De Basken eten die allen op. Toen sprak Calandrino: Waart gij daar ooit? Hierop antwoordde Maso: Ik ben er meer dan duizend maal geweest.
Gaat gij bouwen, dat wij hier zooveel steenen zien? En wat scheelt monna Tessa? Het schijnt, dat gij haar hebt geslagen. Wat is dat voor fraais? Calandrino, vermoeid door het steenen dragen, de woede, waarmee hij zijn vrouw had geslagen, en door de smart over het geluk, dat hij meende te hebben verloren, kon zijn geest niet bedwingen te antwoorden.
Het is niet noodig, dat ik U zeg, wie Calandrino, Bruno en Buffalmacco waren, omdat gij daarvan genoeg hebt gehoord en daarom zeg ik alleen, dat Calandrino een klein buiten had niet ver van Florence, dat hij van zijn vrouw als bruidschat ontvangen had. Onder de inkomsten, die hij daaruit trok, kreeg hij elk jaar een varken.
Daarop raakte Calandrino haar aan met het formulier en richtte zich zonder meer naar de schuur, waarheen Niccolosa hem volgde.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek