Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 mei 2025
Overal, waar hij kwam, zag hij tooneelen van smart en verwoesting. De dorpen en steden op zijn weg waren verwoest en ingestort, de bewoners waren gedood en enkele overlevenden zaten luid weeklagend op de puinhoopen hunner woningen en overlaadden Balin als hij voorbijreed met de bitterste verwijten.
In de nabijheid stonden een paar Kaffers, hieven de handen weeklagend omhoog en riepen: »O baas, nu brandt Waterfontein af." Het rieten dak stond in brand, en hulde het huis als in een reuzenmantel van vuur. Uit het achterhuis sloegen de vlammen reeds hoog uit.
Weeklagend bracht hij den nacht in het gat door, totdat daarin eindelijk het schemerlicht van den aanbrekenden dag doordrong, zonder den braven schildknaap echter veel troost aan te brengen; want bij het schijnsel der zon overtuigde hij zich, dat uit zijne gevangenis te ontkomen zonder vreemde hulp een onmogelijkheid was.
Zijn grauwtje in draf zettend, was hij spoedig bij zijn ridder en vond dien stijf te paard zittend, en luid zuchtend en weeklagend over het lang uitblijven van zijn schildknaap. "Nu, hoe is het, Sancho" vroeg hij, "moet ik dezen dag met een zwarten of mag ik hem met een witten steen teekenen?" "Met een witten, of nog liever met een vuurrooden," antwoordde Sancho Panza.
De menschen zeiden dat het hartverscheurend was haar om haar kind te hooren roepen, en te aanschouwen hoe zij somtijds het hoofd opbeurde en luisterde, om het terstond daarop moede en weeklagend in het kussen te leggen. Tante Polly was diep neerslachtig en hare grijze haren waren bijna wit geworden. En met weemoed in het hart legden de inwoners van St. Petersburg zich dien Dinsdagavond ter rust.
Alle vroegeren hadden zich klagend maar stil in hun hard lot geschikt; zij waren weggesleept van hunne fraaie eilanden, uit de armen van vrouwen en kinderen, die zij jammerend en weeklagend aan het strand achterlieten. Deze mannen van Bougainville waren nochtans niet zoo gedwee.
Ik onderwierp al 't andre, alleen de ziel Des menschen, dat onuitgebluschte vuur, Brandt nog den hemel tegen, fel verwijtend, Twijflend, weeklagend, in gebed weerstrevend, Ophuilend muiterij, die ons oud rijk Wankelbaar maken kon, al is 't gebouwd Op oudst geloof en vrees, hel's evenouder.
De eerbare donna, die dit hoorde, werd heelemaal rood van schaamte en met gebogen voorhoofd zonder een woord te spreken ging zij de kamer uit. Calandrino riep weeklagend: Wee mij! Ongelukkige, die ik ben! Hoe zal ik doen? Hoe zal ik van dat kind bevallen? Waar moet het uit komen? Ik ben verloren door de hartstocht van mijn vrouw; dat God haar zoo treurig make als ik vroolijk zou willen wezen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek