Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juni 2025


Hij riep zijn vrouw en zei: »braad mij dien vogel en zorg, dat er niets van verloren gaat; ik heb zin hem heelemaal alléén op te etenHet was namelijk geen gewone vogel, maar een van wonderbare geaardheid: wie zijn hart en lever had gegeten kon iederen morgen een goudstuk onder zijn hoofdkussen vinden. De vrouw maakte den vogel schoon, stak hem aan het spit, en liet hem braden.

Deeze wormen hebben de gedaante en grootte van een menschenduim. Welk walgelyk voorkomen zy ook hebben mogen, eeten 'er verscheiden lieden met smaak van, en men verkoopt ze ten allen tyde te Paramaribo: men bakt ze in de pan met boter en een weinig zout; of men braad ze, en rygt ze aan kleine houte pinnen.

Zoo Regin sprak tot Sigurd: "van boete wilt ge vrij? Breng dan een vuur te zamen en braad het hart voor mij, Dat ik het eet' en leve, en zij uw meester en meer, Want daarin was macht en wijsheid en wetenschap weleer: Of anders ga uw pad met angst van de Lichtende Hei".

Deeze wormen hebben de gedaante en grootte van een menschenduim. Welk walgelyk voorkomen zy ook hebben mogen, eeten 'er verscheiden lieden met smaak van, en men verkoopt ze ten allen tyde te Paramaribo: men bakt ze in de pan met boter en een weinig zout; of men braad ze, en rygt ze aan kleine houte pinnen.

Doch waar zijn uwe golven van vroeger, frissche rivier, die uw nieuwe golfjes zoo blijde voortstuwt in 't gouden licht van de zon? De beide wandelaars kwamen voorbij het Petegemsche bosch; het was snikkend heet. Lamme sprak tot Uilenspiegel: Ik braad; laat ons de schaduw opzoeken. 't Kan mij niet schelen, antwoordde Uilenspiegel.

"Ja, braad maar!" knikte Old Shatterhand, om aan de ergernis van den kleine een afleiding te geven. "Dat is heel gemakkelijk gezeid. Maar hoe kom ik aan uien en aan laurierbladeren? Overigens weet ik nog niet, of ik met de pan wel de tent uit mag om aan het vuur te komen." "Dat zult gij dienen te probeeren!" "Ja, probeeren!

Ze was een fontein des bloeds, en niets ging er verloren, het keerde tot de bron weder, waaruit het ten tweeden male, ten derden male, ten duizendsten male ontvlood. Van haar wendde de ongelukkige man zijn blik naar den ketel, die op 't blauwe vuur stond, en welks stank een angstwekkend geheim verborg. "Menschenhoofden," zeide zij. "Ik braad menschenhoofden uit Echt."

"Braad den beer niet, voor gij hem geveld hebt." "Dank God voor het stroo, als Hij u het koren ontzegd heeft." "Dien runderen ontbreekt, die prijze zijne kat." "Spring niet, voor gij bij de sloot komt." "Wie bij windstilte slaapt, moet bij storm roeien." "Ook de slimste slang, zal het nooit zoover brengen, dat zij rechtop loopt."

Weg met hemNu kwam domme Hans aan; hij reed op den bok regelrecht de zaal binnen. «Wat is het hier gloeiend heetzeide hij. «Dat is zoo; maar ik braad ook jonge haantjesantwoordde de koningsdochter. «Wel, dat treft goedhernam domme Hans, «dan kan ik wel een kraai mee braden.» «Met alle genoegenzei de koningsdochter; «maar hebt ge iets waarin ge kunt braden?

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek