Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juni 2025


Noem diegenen op, welke het goud betaald hebben." Gurth gehoorzaamde. "Welk losgeld hebben de wapenrusting en het paard van den Tempelier Brian de Bois-Guilbert opgebracht? Gij ziet, dat gij mij niet kunt bedriegen." "Mijn meester," hernam Gurth, "wil van den Tempelier niets dan zijn bloed aannemen. Zij hebben elkander op leven en dood uitgedaagd, en kunnen niets in der minne afmaken."

"Ge spreekt waarheid, Malvoisin," zei Brian De Bois-Guilbert, na een oogenblik bedenkens. "Ik wil den bijgeloovigen grijsaard geen voordeel over mij geven; en wat Rebekka betreft, ze heeft aan mij niet verdiend, dat ik rang en eer om harentwil zou prijs geven. Ik zal haar opgeven! ik wil haar aan haar lot overlaten, zoo niet "

Eene vrouw was het, die mij wreedheid leerde, en tegen de vrouwen heb ik die ook uitgeoefend; maar niet tegen zulke vrouwen als gij zijt. Hoor mij aan, Rebekka. Nooit heeft een ridder de lans in de hand genomen, met een hart meer toegedaan aan de dame zijner liefde, dan Bois-Guilbert.

Doe dus, wat uw hart u ingeeft; gij zijt een goed meisje, een zegen, en eene kroon, en de trots van mij en mijn huis, en van het volk mijner vaderen." De vrees van Izaäk was intusschen niet ongegrond; en de edelmoedige menschlievendheid zijner dochter stelde haar, gedurende de terugreis naar Ashby bloot aan de stoute blikken van Brian de Bois-Guilbert.

Zijn wil is de bergstroom, welken de rots wel een oogenblik van richting kan doen veranderen, maar die toch zijn loop tot aan den oceaan vervolgt. Dit briefje, dat u aanried, om een kampvechter te vragen, van wien kondet gij denken, dat het kwam, dan van Bois-Guilbert? Bij wien anders kondet gij zulk eene belangstelling verwekt hebben?"

Onze broeder Brian De Bois-Guilbert is ons en allen, die mij hooren, wel bekend als een waardig en ijverig kampvechter van het kruis, wiens arm menige dappere daad in het Heilige Land verricht, en de heilige oorden door het bloed der ongeloovigen, die ze bewoonden, van bezoedeling gezuiverd heeft.

"Er zijn," hernam Malvoisin, "onder de lieden, die met Bois-Guilbert hier gekomen zijn, twee menschen, die ik goed ken; ze zijn bedienden van mijn broeder Philip de Malvoisin geweest; en zijn uit zijn dienst in dien van Front-de-Boeuf overgegaan. Misschien weten ze iets van de tooverij dezer vrouw."

Brian De Bois-Guilbert, wien die toekwam, had zijne plaats verlaten, en stond nu aan het uiterste einde van een der banken, welke de gewone ridders des Tempels bezetten, met de eene hand zijn langen mantel ophoudende, zoodat hij eenigermate zijn gezicht bedekte, terwijl hij in de andere zijn zwaard hield, welks gevest den vorm van een kruis had, en met de punt van hetwelk hij zonder het uit te trekken, langzaam lijnen op den eiken vloer teekende.

De kampvechter, voortrijdende onder deze welgemeende wenken, bereikte de hoogte door de schuins oploopende laan, welke van het strijdperk daarheen leidde, en tot verwondering van alle aanschouwers recht op de middelste tent aanrijdende, sloeg hij met de scherpe punt van zijn lans tegen het schild van Brian de Bois-Guilbert, dat het weergalmde.

Brian De Bois-Guilbert, ik bezweer u bij dit teeken van onze heilige Orde!" Bois-Guilbert deed eene poging, om zijne klimmende minachting en verontwaardiging te onderdrukken, daar hij wel begreep, dat eene uitbarsting hem weinig zou geholpen hebben. "Brian De Bois-Guilbert," hernam hij, "antwoordt niet, eerwaarde vader, op zulke onbepaalde en ijdele aanklachten.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek