Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juni 2025
En als uw vriend geef ik u den raad, Boges, dien ik u tegemoet heb gezonden, met minzaamheid te bejegenen, want gij zult in vele dingen hem te gehoorzamen hebben, daar hij de bestuurder is van het vrouwenverblijf." »Al is hij de bestuurder van het vrouwenverblijf," antwoordde Nitetis, »zoo denk ik toch, dat over uwe gemalin zelve geen sterveling dan gij alleen te bevelen heeft.
Daarom riep hij, naar de deur wijzende, Datis toe: »Ga, en haal Boges en Mandane; de Egyptische moet nog, onder goede bewaking, op de hangende tuinen blijven!" De Athener boog eerbiedig, als wilde hij zeggen: »Gij alleen hebt op deze plaats te bevelen." De koning beschouwde hem met zichtbaar welgevallen, en zette zich weder op zijn purperen divan.
Toen het begon te schemeren, trad Boges in haar vertrek, en verhaalde haar in de grievendste en beleedigendste bewoordingen, dat de koning in het bezit was van haar brief aan Bartja, en dat de tuinmansjongen, die dezen had moeten bezorgen, ter dood gebracht was. Hare gemartelde zenuwen waren niet sterk genoeg dezen nieuwen schok te weerstaan.
Phaedime en eene andere schoone volgden de twee koningsdochters. De laatste was allerprachtigst gekleed en opgetooid, en door Boges opzettelijk naast de vernederde gunstelinge geplaatst, om den bijna armoedigen eenvoud van deze te scherper te doen uitkomen.
Doch vruchteloos, want, snel als de gedachte hadden de zweepdragers hem gegrepen, en de koning, die zich ijlings naar zijne vertrekken begaf, vernam zijn kermend smeeken om genade en vergiffenis niet meer. Boges wreef zich weder de dikke handen, terwijl hij den vorst volgde, en lachte met zijn gewonen duivelschen lach.
Als altijd glimlachte Boges, terwijl hij antwoordde: »In mijne oogen vindt gij altijd genade, mijne gouden pauwin, en ook den koning zoudt gij welgevallig zijn, als hij u zien kon gelijk ik u gezien heb.
Intaphernes en Otanes beschouwden hunne kleindochter en dochter, die zoo bleek en zoo armoedig gekleed in deze feestzaal verscheen, met een somberen blik, gelijk Boges wel vermoed had. Cambyzes, die van vroeger de verkwistende pronkzucht van Phaedime kende, merkte, toen zij tegenover hem stond, met verbazing het eenvoudige gewaad en de bleeke trekken der Achaemenide op.
Maar Boges liet hem alleen, na hem minzaam gegroet te hebben, daalde de trap af, plaatste zich in den houten wagen op twee wielen, die hem wachtte, en liet zich door den naast hem staanden menner van de met kwasten en klokjes getooide paarden in snellen draf brengen tot voor de poort van den tuin, die het groote vrouwenverblijf des konings omgaf.
O, neen! zij had haar vaderland lief, en zou door haar ouders slechts met open armen ontvangen worden. Zou hij, nadat zij hare schuld had bekend, want hij was vast besloten, haar deze bekentenis af te persen, de trouwelooze in een eenzamen kerker opsluiten, of haar als dienstmaagd zijner bijwijven aan Boges overleveren? Dat was het beste!
Die jongeling sprak terwijl hij ijlde zijn naam meermalen uit, en wel in verband met dien zijner liefste." »Haast u, Datis, breng Boges dadelijk hier!" »Ook moet, dunkt mij, de opperpriester Oropastes, als broeder van Gaumata, verhoord worden en evenzeer Mandane, die, gelijk mij zoo even voor vast is verzekerd, de eerste kamerjuffer der Egyptische is." »Zend beiden hierheen, Datis!"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek