Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 mei 2025


De zweepdragers komen reeds, vlucht, vlucht!" »Ik blijf, want ik houd mij aan mijn eed." »Verblinde! Weet dat ik zelf, Hystaspes en andere Achaemeniden, u, nog geen uur geleden, op de hangende tuinen gezien hebben...."

Doch eens moesten de ongelukkige zweepdragers voor hunne ongehoorzaamheid zwaar boeten, want, schoon Cambyzes zich over het behoud van den grijsaard verblijdde, liet hij de redders van het hem dierbare leven niettemin wegens hunne nalatigheid ombrengen.

Zonder oponthoud bereikte de stoet de poorten van het rijkspaleis, hetgeen men voor een groot deel te danken had aan de zweepdragers en aan de soldaten, die aan weerszijden van den weg eene levende schutting vormden, en het opdringende volk in bedwang hielden.

De reiziger gehoorzaamde niet aan dit bevel, maar verzocht den hoofdman in gebroken Perzisch, zich naast hem in den wagen te zetten, daar hij hem belangrijke zaken had mede te deelen. Een oogenblik aarzelde de beambte; toen hij echter zag, dat eene nieuwe bende zweepdragers aanrukte, wenkte hij deze voor de van ongeduld trappelende paarden te blijven staan, en klom toen in de harmamaxa.

Eindelijk werd het rumoer zóo groot, dat de macht en het gezag der zweepdragers te kort schoten om de rust te herstellen, en eene afdeeling van de lijfwacht moest oprukken, teneinde de straten schoon te vegen. Zoodra het volk de glinsterende wapenrustingen en lange lansen gewaarwerd, week het terug, bezette de zijstraten, en rotte opnieuw samen als de soldaten voorbij waren.

Dicht voor de poort gaf hij den moed op en riep eenige zweepdragers ter hulp. »Maak plaats!" schreeuwde hij een hoofdman der politiebeambten toe, die met zijn volk tot bij het voertuig doordrong. »De koninklijke post heeft geen tijd te verliezen, en ik heb een voornaam heer in den wagen, die u voor iedere minuut uitstel zwaar zou doen boeten!"

Doch vruchteloos, want, snel als de gedachte hadden de zweepdragers hem gegrepen, en de koning, die zich ijlings naar zijne vertrekken begaf, vernam zijn kermend smeeken om genade en vergiffenis niet meer. Boges wreef zich weder de dikke handen, terwijl hij den vorst volgde, en lachte met zijn gewonen duivelschen lach.

Zoo was dan ook te dezer plaatse eene sterke bende zweepdragers geposteerd, wier plicht was ruimte te maken voor de voetgangers, die door de poort moesten. Doch heden verlieten slechts weinige inwoners de stad, want de nieuwsgierigheid was sterker dan de drang der zaken, of het verlangen om zich buiten te gaan ontspannen.

»Men wachte!" sprak de koning op barschen toon tot zijne dischgenooten, die tengevolge van den gemaakten spoed, om 's konings bevel ten uitvoer te leggen, bijkans buiten adem waren. »Ik weet niet, of er heden wel van jagen zal komen. Waar is de hoofdman der zweepdragers Bischen?"

Eindelijk hief Bartja de handen ten hemel, en riep: »O, groote Aoeramazda! Waarom laat gij mij dit leven niet besluiten als Abradat; waarom moeten wij als moordenaars een schandelijken dood sterven?" Op dit oogenblik trad Cresus, door zweepdragers geleid, met geketende handen, in den kerker. De vrienden snelden den grijsaard tegemoet, en bestormden hem met vragen.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek