Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juli 2025
Alras verzamelt zich uit alle woningen een aardig troepje van boertjes en boerinnetjes, die elkander alle bij den naam noemen en zeer familiaar zijn met de jonge heertjes en jonge juffrouwtjes van de Buitens, die hunne schaatsen binnenskamers hebben aangebonden met groot rumoer, en die met roode bouffantes en even roode wangen zich in den stoet komen mengen.
»Daar kom ik ook voor, waardige hospes! maar dat belet immers niet dat ik hier blijf als het mij in 't hoofd komt, L'inspiration, la spontanité, la fantasie, je ne connais que ça, en als ik hier iets zie dat mij aanstaat, je boerenerven, je binnenhuisjes, je mooie boerinnetjes, dan maak ik het tot het mijne, dan croqueer ik het, dat is mijne gewoonte, versta je?"
Dan staan de boerinnetjes in een lange rij over de geheele lengte van het plein en worden met rood of wit krijt op den rug gemerkt.
Wat al mooie boerinnetjes, wel zoo mooi en zelfs nog mooier dan het aardige Tieldeken van Meylegem-Zuid, eventjes in 't voorbijrijden gezien met blozende wangen en stralende oogen; eventjes aangesproken, en de hand gedrukt en ook wel eens gezoend en in de lenden geknepen, maar dan ook zonder spijt weer verder, naar andere bekoringen, naar andere oogen en andere lippen, als een vrije vogel van tak op tak, als een lichte en lichtzinnige kapel van bloem tot bloem!
Op de hoogste bank zaten, als naar gewoonte, drie boerinnetjes met hare hoofddoeken om. Eén was in slaap gevallen. Mischka stootte mij aan en zei: "kijk eens naar onze koekoeken, ééntje is in slaap gevallen." En zij geleken inderdaad op koekoeken. "Vertel ons liever van het einde," zeide een van de jongens, en allen stonden op. Ik ging zitten en begon te vertellen.
In duizend verhalen is het meisjen altijd het mooiste van den omtrek. Maar zeker was dit een allerliefst kind; teerder en fijner dan de meeste boerinnetjes, en dat het zilveren oorijzer van 's zondags, in de week zeer goed missen kon om er allerbevalligst uit te zien. Zij was een weeskind en de steun en troost van een oude grootmoeder en een doofstom broertje van een jaar of tien.
"Als men de smalle, kronkelende wegen volgt, door boomen of geschoren heggen netjes omzoomd, waar hier en daar de elegante steenen palen van een groot rococo-hek de aanwezigheid of het vroeger bestaan van een buitenplaats verraden aan het einde van rechte lanen of wegen; wanneer men die lange risten van zeven of acht gelijke en gelijkvormige boerinnetjes ontmoet, welvarende gezichten in stijve, doch kleurige kostuums, en de nette, stille dorpjes doorkruist, de eenvoudige, welonderhouden kerkjes opmerkt met hun zware, kort gespitste torens in het vriendelijk groen dan denkt men onwillekeurig uit een der steeds gesloten huizen de landschapteekenaars der 18e eeuw als Jan de Beyer of Cornelis Pronk te zullen zien buitenkomen, in gebloemde kamerjapon en gepoederde pruik, de lange pijp even uit den mond nemend, om ons deftig te presenteeren: "'t dorp Serooskerke op Walcheren, 1747", aldus ongeveer geeft Mr.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek