Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 31 mei 2025


"En mijn zwak is," zeide Joan, "geen onbeschaamdheid te dulden: ik zou u dus raden mij alleen te laten, of het kan u slecht bekomen." Deze taal geuit hebbende, sloeg hij de hand aan zijn degen: doch Bleiswyk, hem tegenhoudende, nam beleefdelijk den hoed af en verzocht hem, geen rumoer op straat te maken.

"Die zal nader onderzocht worden," antwoordde de Fiskaal: "geef uw degen over en volg mij. Ik zie u niet voor onwillig aan, anders liet ik u knevelen, dat gij niet gaan kondet." "Dat zou zeker de beste manier zijn om iemand te doen voortmarcheeren," merkte Bleiswyk aan, die nooit zijn blijgeestigheid verloor. "Mijn goede vriend," vervolgde hij tegen Joan: "of liever mijn mislukte vijand!

Durft gij, de leeraar des vredes, de ongelukkige gemeente tot oproer manen?" "Braaf gesproken!" zeide Bleiswyk overluid: "dat is taal, die men verstaat: dat andere was zoo diep, dat niemand het vatten kon, die niet gestudeerd had."

Voordat Bleiswyk aan deze uitnoodiging verkoos te voldoen, stak hij de handen in de zijde, wierp den rug achterover en liet in die houding het oog over de gansche vergadering weiden, waarschijnlijk om de schoone te zoeken, die hem derwaarts gelokt had.

Dan welk een schrik beving de vluchtelingen, toen zij een verlichte zaal en een groote schaar van menschen voor zich zagen. Beiden verzetteden en wilde terugtreden; doch het was te laat. Bleiswyk had Joan reeds met zich naar binnengetrokken, en Hendrik, die niet van zijn vriend wilde scheiden, volgde hen.

Bij het inkomen van Bleiswyk en zijn twee gezellen, schikten zij, die het naast aan de deur gezeten waren, dadelijk in, en wenkten hun beleefdelijk toe, dat zij plaats hadden te nemen.

"Er is iemand, die belangrijke mededeelingen betreffende de gevormde samenzwering gedaan heeft, doch die nog meerder ontdekkingen doen kan, welke hij in dit geëerd gezelschap, en nergens anders, verlangt aan 't licht te brengen." "Nog meer ontdekkingen?" zeide Bleiswyk bij zich zelven: "welk een heerlijke dag! die geeft voor een maand stof tot onderhoud."

"Uitmuntend!" zeide Mom; "welnu, Mijne Heeren!" vervolgde hij, zich tot het gezelschap wendende: "wat nieuws is er vandaag? Mijnheer Van Bleiswyk! is er niets gaande? UEd. heeft anders altijd iets te verhalen. Mij dunkt, uw gelaat staat minder opgeruimd dan gewoonlijk." "Ik heb dezen nacht slecht gerust," antwoordde Bleiswyk.

Mijnheer!" vervolgde hij, zich tot Joan wendende: "gij zijt mijn gevangene: uw degen, als 't u gelieft." "In geenen deele," zeide Bleiswyk, terwijl hij Joan, die den Fiskaal verbaasd aanzag, bij de hand nam: "wat is dat voor een malle grap? ik zal niet dulden, dat een wakker gezel als deze edelman, door diefleiders achteraf gebracht worde."

"De Justitie treedt in geen akkoorden," zeide de Fiskaal op een strengen toon. "Kom! kom! Mijnheer Van Kinschot!" hernam Bleiswyk, lachende: "ik ga naar de mis, naar de oefeningen, naar de Arminiaansche conventikels, naar de synagoge, naar de moskee desnoods, overal waar het mij bevalt, en 't zal een kerel zijn die het mij belet."

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek