United States or Mauritania ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zoo haten alle Honden de Katten en de Egels; als zij een der laatstgenoemde dieren ontmoeten, scheppen zij er als 't ware behagen in, zich zelf te kwellen door woedend in de stekelbekleeding te bijten, ofschoon zij weten, dat dit tot geen doel leidt, en zij er hoogstens een bebloeden neus en snuit door oploopen. Opmerkelijk is het zeer sterke voorgevoel, dat de Hond van weersveranderingen heeft.

Het was den Vos mogelijk geweest gedurende zijn onvrijwillige luchtreis den hals te strekken, den roover bij den strot te pakken en dezen door te bijten. Welgemoed hinkte hij nu heen, maar zal waarschijnlijk wel levenslang een herinnering aan zijn snelle luchtvaart behouden hebben."

Als 't ware spottend met haar onmacht, lekte hij, zonder te wijken, op zijn gemak het bloed van de wonden, en kreeg intusschen een flinken beet in de uitgestoken tong. Zonder zich hierdoor van zijn stuk te laten brengen, ging hij voort het woedende en telkens weer opnieuw bijtende dier te besnuffelen en raakte het ook dikwijls met de tong aan, zonder toe te bijten.

"Pouâh! dan zou zij volmaakt zijn; en de volmaakte vrouw die is, passez-moi la comparaison, evenmin te vinden als een paard dat alle goede kwaliteiten in zich vereenigt, zonder een enkel gebrek! Daarom mag my dear Francis met mij leven zooals zij goedvindt; al wil zij mij schoppen en bijten als eene weerbarstige merrie, ik zal het hoofd er onder buigen; ik ben weerloos tegen haar en...."

De gewone wijze van gaan der in vrijheid levende soorten, is een tamelijk scherpe draf, hun versnelde beweging een betrekkelijk gemakkelijke galop. Vreedzaam en goedaardig tegenover andere dieren, voor zoover deze hun geen kwaad doen, ontwijken zij angstvallig den mensch en de groote Roofdieren, maar verdedigen zich in geval van nood door slaan en bijten moedig tegen deze vijanden.

Toen zij den spiegel zoo hoorde spreken, trilde en beefde zij van toorn; «Sneeuwwitje zal stervenriep zij, »al kost het mijn eigen levenZij ging toen in een geheim vertrek waar nooit iemand kwam en maakte daar een doodelijk vergiftige appel. Die was heel mooi om te zien met roode wangetjes, dat ieder er in zou bijten; maar wie er ook maar het kleinste stukje van at zou moeten sterven.

"Maar," zei de kleine jongen toen weder, "al zijn er geen leeuwen en al zijn er geen tijgers in het bosch, dan zijn er toch wel wolven!" "'t Zijn er ook wolven naar!" antwoordde de Amerikaan, "'t Zijn zelfs geen wolven, maar een soort van vossen, of liever van die boschhonden die men 'guara's' noemt. "En die guara's, die bijten dan toch?" vroeg de kleine Jack. "Kom, kom!

Hij bezit het vermogen zich tot een volkomen bal samen te rollen, evenals eene soort Europeesche houtluis. In dezen toestand is hij veilig voor de aanvallen van honden; want niet in staat den geheelen bol in zijn bek te nemen, tracht de hond er in te bijten, met het gevolg dat de bal wegrolt.

Dienvolgens begaf Uilenspiegel zich naar de kerk met heel de bruiloft, en daar trouwde hij, vóór den pastoor, met Tanneken, die zoo schoon en zoo lief, zoo knap en zoo poezel was, dat hij zich moest inhouden om niet in heure kaken te bijten, die op twee kriekappeltjes geleken. En hij zeide heur dat hij het maar liet, uit eerbied voor heur lief en zacht gezichtje.

Hij bekeek mij eerst met de voorzichtigheid van iemand, die probeert een klein gevaarlijk diertje zoo op te pakken, dat het hem niet krabben of bijten kan, zooals ik zelf dikwijls een wezeltje in Engeland gedaan heb.