Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 mei 2025
Reeds toenmaals, toen het hoeden van geiten uwe eenige bezigheid was, kon een scherpzinnig opmerker in den armen knaap een nuttig en achtingwaardig lid der maatschappij voor de toekomst voorzien.
Hij bleef bij tijds staan en werd niet gezien. De negers hielden zich bezig hunne pijlen te vergiftigen met het sap der wolfsmelk, hetgeen eene voorname bezigheid is voor de stammen dezer streek, en dat met zekere plechtigheid geschiedt.
Maar die bezigheid gaf mij geene afleiding; de zaak van het oude document hield mij te zeer bezig. Mijn hoofd gloeide en ik werd door eene naamlooze onrust bevangen. Ik had een voorgevoel van een naderend onheil. Na verloop van een uur waren de adelaarsteenen ordelijk geschikt. Ik liet mij toen met slingerende armen en achteroverhangend hoofd in den grooten Utrechtschen armstoel neervallen.
De ceremoniemeester vloog in volle vaart op den lacher toe en verzocht hem dringend zich wat gepaster te gedragen. 'Dansen is een ernstige zaak, zeide hij, 'en volstrekt geen bezigheid om uit te lachen. Het is hier een deftig gezelschap, waar men niet zoo maar voor de grap danst. Ieder deed zijn best en niemand verlangde uitgelachen te worden. Dat is een grofheid.
Een geweer zou hier bezigheid gevonden hebben; maar de ware jager zou niet zonder verontwaardiging de menigte strikken enz. gade geslagen hebben, alleen den strooper waardig, die den grond overal tusschen de koren-, gierst- en maïsvelden bedekten. Kin-Fo en zijne metgezellen gingen steeds voort te midden van wolken van Mongoolsche stof.
Dus verliepen verscheidene weken. Een nieuw leven nam allengs Cosette in; de betrekkingen, welke door het huwelijk ontstaan, de bezoeken, het huiselijk bestuur, de vermaken, al deze gewichtige zaken. Cosettes vermaken waren niet kostbaar: zij bestonden eenvoudig in: bij Marius te zijn. Met hem uit te gaan, met hem te huis te zijn, dat was de grootste bezigheid van haar leven.
Alles was in hem werkzaam, het instinct, dat opspoort, en het verstand, dat verbindt. Het was duidelijk, dat Gavroche iets op zijn hart had. 't Was te midden dezer bezigheid, dat Enjolras hem naderde. "Gij zijt klein," zei Enjolras. "Men zal u niet zien. Ga uit de barricade, sluip langs de huizen: neem de straten een weinig op en kom mij zeggen wat er geschiedt." Gavroche hief zich op de teenen.
Hij zag hoe hij de delling afstapte met Lowie den veerman, en verdwijnen achter den oever in de boot na een tijdeke stapte hij weer boven al den overkant en ging. Verlinde vorderde nu met vaste grepen naar de Schelde toe en heel luide riep hij met gemaakte lustigheid, naar den veerman: Lowie, vroeg al aan de bezigheid! Vroeg al op wandel!
Ik wil u nog ééne bezigheid opnoemen, welke niet tot de taak der bijenkoningin behoort en u wellicht de onaangenaamste zal toeschijnen: het verzorgen van diegenen onzer dienaren, die krank mochten worden.» «O neen! dat zal juist mijne aangenaamste bezigheid wezen. Want, erkentelijk voor mijne goede zorgen, zullen zij zich hoe langer zoo meer aan mij gaan hechten.»
Door alle eeuwen heen hebben de mannen gespeeld en de vrouwen toegezien, als zij daartoe ten minste uitgenoodigd waren. Zelfs de prettige bezigheid om mannen te zien spelen was haar ontzegd, tenzij zij door de deelnemers daarvoor gevraagd werden. De "koningin van het bal" blijft een muurbloempje, totdat zij door den koning ten dans gevraagd wordt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek