United States or Djibouti ? Vote for the TOP Country of the Week !


Beyaert is zijn naam, en hij staat in een sterken toren. Hij is van 't geslacht der dromedarissen, en zoo ge erop rijdt, kunt gij een sperwer in zijn vlucht kortwieken." Reinout temde het edele ros Beyaert met gevaar van zijn leven, en het paard droeg hem over twee wijde grachten met één sprong. Beyaert stond daarna bevende voor hem, en hij boog zijn pooten tezamen, eerbiedig nijgende.

En nu in 't begin der 19e eeuw verschijnt er dus weder een verkorte uitgave van de lotgevallen der vier broeders, een uitgave, welke eindigt met den dood van Beyaert. Want het is vooral de dood van Beyaert, die de "Vier Heemskinderen" zoo dramatisch maakt: 't is het leed om een stervend paard, dat wij met de middeleeuwsche menschen begrijpen.

Toen waren de broeders zeer bedroefd, en ze zeiden: "Reinout, laten wij vluchten, want koning Iewijn heeft ons verraden." Ritsaert gaf Reinout het goede zwaard, dat Florenberg heette, en ze streden met veel moed. Doch een dienaar van Reinout zag in de sterren, welk gevaar de broederen leden, en hij zeide het Malagijs: deze reed op het ros Beyaert tot redding.

Nog eenmaal kwam Beyaert boven, en den kop hief hij hoog, en boog tot zijn heer, als ware hij een mensch, die had geschreid om zijn lieven vriend. Ten laatste zonk hij, en hij verdronk. En Reinout weende, en hij trok naar het woeste woud, en hij werd een pelgrim. Ferguut, Ridderroman uit den Fabelkring van de Ronde Tafel Personen voorkomende in de Ferguut. Koning Arthur. Perchevael.

Hij zeide haar, dat hij volgaarne het paard den keizer gaf. Zij was blijde, en ze toog uit, om haar bodedienst voor den keizer te verrichten. Karel beidde het ros Beyaert, en beidende sprak hij: "Zij doen het tegen hun wil, want zij wachten zeer lang." Eindelijk kwamen Reinout en zijn broeders, hand in hand, en met hen voerden ze het paard. Reinout zeide: "Doet er mede naar uwen wil."

Nu dwingt de Koning REINOUT te zweren, dat hij niet zal omzien naar Beyaert. Op nieuw wordt het ros in de rivier geworpen. Op nieuw komt het boven en steekt het hoofd op, hinnekend naar zijn meester, "alsof 't een mensch geweest hadde, die na sijn lieven vrient bitterlijk geschreit hadde" . Wanneer REINOUT dan niet naar den trouwen vriend omziet, zinkt het ros en verdrinkt.

En Karel zeide: "Wil mij Reinout Beyaert leveren, dat ik daarmede handel naar mijn wil, Beyaert, die hen uit zoo groote gevaren heeft gered, zoo geef ik hem vergiffenis en anders niet." Toen ging de vrouw tot aan het slot Montelbaen, en ze klopte aan de poort, en men deed haar binnengaan.

Adelaert zeide: "Vloek u Reinout, zoo gij Beyaert weg-schenkt." Doch Reinout: "Niet wil ik hebben den toorn des keizers om een paard." En Adelaert weder: "Beyaert! Beyaert! een valschen heer hebt gij gediend en met slecht loon wordt gij betaald." Reinout gaf den keizer Beyaert. "Dit is de derde maal, dat ik u Beyaert geef, het is de laatste maal, want mijn hart kan het niet lijden."

HENDRIK BEYAERT, geboren den 29 Juli 1823, bouwde het hotel der nationale Bank, te Brussel; de Spoorhalle, te Doornik; het nieuw Krijgshospitaal, te Brugge.

Reinout reed op Beyaert, en zijn broederen op andere paarden. Als Reinout op Beyaert zat, beefde de aarde en het vuur sprong uit de steenen. En Aymijn met zijn kinderen werden ten hove genoodigd, omdat Lodewijk, keizer Karel's zoon, werd gekroond als koning van Frankrijk. Zij gingen, de Aymijn's of Heemskinderen, met hun vader, allen welgewapend, zooals ridderen ten strijde trekken.