Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juni 2025
Daar nu onze schoonheidszucht niet voldaan is met één blik op iets schoons, maar behoefte heeft aan een reeks van opvolgende blikken, op de beweging van het schoone, lyden wy aan iets onvoldaans by 't aanschouwen van die soort van kunstwerken, en daarom beweer ik dat een schoone vrouw mits geen portretschoonheid die stilstaat het naast komt aan het ideaal van 't goddelyke.
Datgene wat aan alles gemeen is en wat evenzeer in een deel als in het geheel voorkomt, kan niet anders dan adaequaat worden gekend. Bewijs. Laat A iets zijn dat aan alle voorwerpen gemeen is en evenzeer in een deel van een of ander voorwerp voorkomt als in het geheel. Ik beweer dan dat A niet anders dan adaequaat kan worden gekend. Gevolg St. VII v.d. St. XVI, XXV en XXVII v.d. D.w.z. St.
Zeer wel, maar dan beweer ik dat zijn reizen zeer wel reden van bestaan vinden in een dusdanige zedelijke verzinnebeelding van het leven, maar dat mijne opvatting van een hooger orde is. En dan hebben wij beiden gelijk. H. P. Blavatsky maakt ook deze onderscheiding en zegt dat er in die tijden was: een vrijmetselarij in den tempel en een vrijmetselarij in de Crypt.
Dit was dan weer een van de vele boutades, die zyn omgeving deden zeggen dat "die Havelaar toch een zonderling mensch was, en ik beweer het tegendeel niet.
Willem vreesde nog vele zulke geschiedenissen te moeten aanhooren, hij had overwogen, dat, indien hij den eenvoudigen man in zijn geloof aan spoken en geesten bleef wederstreven, er geen eind aan komen zou, en hij dus van hetgeen hij wilde weten niets kon vernemen. Hij onderbrak zijne rede en zeide: "Hoor, Jakob, ik beweer niet, dat er volstrekt geene geesten zijn."
Men verkoopt van alles in een amerikaanschen spoortrein. Wat de medespelers betreft, misschien zou mevrouw wel...." "Ja zeker, mijnheer, ik whist ook," antwoordde de jonge vrouw. "Dat maakt een deel uit van eene engelsche opvoeding." "En ik," zeide Fix, "ik beweer het ook vrij wel te kennen. Welnu, wij zijn met ons drieën, dus spelen wij met een blinde."
Dit beweer ik niet slechts, ik zal het u bewijzen: Zij een zoon, een zoon van Jan.... Zij was uitgekleed, en als iederen avond, knielde zij neer voor haar bed. En opeens doorstroomde haar moed, moed om het aan God te vragen, haar liefde, schoon zondig, te willen zegenen, daar ze Jan zoo innig liefhad; haar te vergeven, zoo ze kwaad deed; en het haar kind niet aan te rekenen om Jezus' wil.
Het is iets moois en laat het nu uit 'n oogpunt van theorie een fout zijn, dan beweer ik, dat het is een allergelukkigste fout". "Wat denkt u van onze literatuur op het oogenblik?" "Dat is zoo gauw niet te zeggen. Ik zie om te beginnen geen afscheiding tusschen wat men is gaan noemen de generatie van 1880 en die van 1890 of 1900.
Beweer ik, dat Sarah's ongeloof eene besmetting is waartegen men niet genoeg op zijne hoede kan zijn, dan haalt Lidewyde de schouders op en lacht schier om hetgeen zij mijne schrikbeelden noemt. Maar komaan, lieve Emma, verdiepen wij ons niet te zeer in de gevoelens van anderen. God is almachtig, en op uw leeftijd vooral moet men van alle menschen het beste hopen."
Ik geloof niet, dat ik den Olifant onrecht aandoe, wanneer ik beweer, dat hij in vele opzichten dom is; bovendien kan ik de stellige verzekering geven, dat de mij bekende verhalen over zijne handelingen voorzoover zij niet op staaltjes van spierkracht en, leerzaamheid neerkomen, die hij onder de aansporing van zijn geleider vertoont, niets anders zijn dan op effect berekende verzinsels, gegrond op een te hoog denkbeeld van de geestesgaven van den Olifant.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek