Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 september 2025
"Maar ik had behoefte beste pa, om weer eens even te zien hoe het u ging, en u nog een glaasje melk te komen brengen. O, sinds de tuinman mij gezegd heeft dat er voor die nare benauwdheden niets zoo goed is als melk, zal ik er u mee vervolgen totdat u weer heelemaal beter zult zijn." "Ei Coba, zou je denken dat melk voor zoo'n kwaal....?"
Het eerste stond altijd aan 't einde van den oeverwal, het tweede voor de post, het derde zoowat halfweg de straat. Er ontstond een wedijver over de plaats van dit laatste, en de vrouwen der parochie kozen ten slotte de voorplaats van mevrouw Aubain. De benauwdheden en de koorts namen toe. Félicité trok het zich erg aan, niets te kunnen doen voor het altaartje.
Zij woont immers nog in de straat Tour des Dames? Weet ge, mijnheer, wij hebben samen in de buitensteden gespeeld. Ik heb deel aan haar lauweren gehad. Célimène zou mij gewis helpen, mijnheer! Elmire zou Belisarius een aalmoes geven. Maar neen, niets. Geen sou in huis! Mijne vrouw ziek, en geen sou! En mijn dochter gevaarlijk gewond, en geen sou! Mijn vrouw lijdt aan benauwdheden.
Een vervloeking en zulk een vervloeking! "Beste lieve Helmond, och zie mij dan aan. Geloof je je zusje dan niet? Zoo erg heeft hij het niet bedoeld. De arme papa is ziek. Die telkens terugkeerende benauwdheden maken dat hij soms niet weet wat hij zegt; hij meende alleen...."
"Ik vrees.... dat zijn benauwdheden op een rotkoorts zullen uitloopen." "Maar mijn hemel, dan hou ik hem geen uur in m'n huis. Rotkoorts! God beware!" "Zoodra ik hem zag," herneemt de vermeende dokter snel doch schijnbaar kalm: "begreep ik dat je hem niet houden kondt." "Nee, nee!" schudt de dikke dame, en volgt den dokter aarzelend in de tuinkamer.
Wij zullen er het leven van vrijwillige schipbreukelingen leiden. Wij zullen den terugkeer van de Clorinda bespieden met evenveel ontroering, met evenveel benauwdheden, met evenveel doodsangsten als Robinson Crusoë ondervonden heeft, toen hij een schip in volle zee ontwaarde en met inspanning van zijn geheel gezichtsvermogen uitkeek of dat vaartuig zijn eiland naderde.
Daar kreeg hij hevige benauwdheden. »Ach,« zei hij, toen hij zich te bed had gelegd, »ik denk dat ik hier in Eisleben, waar ik geboren en gedoopt ben, wel blijven zal.« Hij sliep een paar uren, maar stond toen weer op en was erg onrustig. Dit bleef zoo het verdere van den avond. Telkens hoorde men hem bidden. Eindelijk legde hij zich weer neer. 't Was intusschen al nacht geworden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek