Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juni 2025
Hij rolde naar den kant der zee, trof een strandkeisteen, sprong op en zooals Aristobulus Beerenkooi zou zeggen, onder den invloed zijner zwaarte, vermenigvuldigd met het vierkant der snelheid, bereikte hij aldus het strand. Maar daar trof hij al zeer ongelukkig!
Het behoeft niet gezegd, dat Aristobulus Beerenkooi die, na die lompheid, zich nog een spotternij met betrekking tot den Groenen Straal veroorloofd had, weer in zijn sloep was gestapt, om naar Oban terug te zeilen. En hij had daarin zeer wijselijk gehandeld; want meer dan waarschijnlijk zou men hem geen plaats in de kalès, zelfs niet in het bakje van achteren, aangeboden hebben.
Zoo hij werkelijk een aap geweest ware, zou hij een mooie sim geweest zijn, misschien wel van de soort, die als schakel in de keten der Darwinisten ontbreekt, waarmede zij pogen den mensch van het dier te laten afstammen. Aristobulus Beerenkooi was rijk aan geld, maar nog rijker aan denkbeelden.
Na de wandeluren rondom en door het eiland, na de verhandelingen over den ouden tijd, waartusschen Aristobulus Beerenkooi nimmer naliet zijn moderne wetenschap te luchten, vereenigde men zich aan het gemeenschappelijk diner dat te twaalf uur en aan het avondmaal, dat te acht uur genuttigd werd. Dan kwam de zonsondergang, en miss Campbell ging dien steeds waarnemen, welk weer het ook was.
»Mijnheer Beerenkooi!" zeiden de gebroeders Melvill met plichtpleging. »Mijne heeren Melvill!" antwoordde Aristobulus met een gemaaktheid van stem, die verwondering moest aanduiden. »Gij.... heeren Melvill.... hier.... te Oban?" »Sedert gisteren avond!" zei broeder Sam. »En het verheugt ons, u in goede gezondheid aan te treffen, mijnheer Beerenkooi," zeide broeder Sib.
En was het dat luimige wezen niet, dat op het voorstel der beide broeders, het zoo zonderlinge antwoord gaf: »Ik trouwen! ik!" had het »ik!" uitgeroepen. »Ik de echtgenoot van mijnheer Beerenkooi worden! Wij zullen daarover eens denken.... en er later over spreken!" »Nooit!...." had die andere geroepen. »Nooit!.... zoolang ik den Groenen Straal niet zal gezien hebben!"
Een opheldering was noodzakelijk geworden; maar daar Aristobulus Beerenkooi met die opheldering niets te maken had, groette miss Campbell hem koel en keerde naar het Caledonian Hotel terug. Aristobulus Beerenkooi had het jonge meisje niet minder koel teruggegroet. Klaarblijkelijk voelde hij zich gekrenkt, dat hij in mededinging met een straal gekomen was, van welke kleur die dan ook wezen mocht.
Volgens hun meening zou dat alles wel weer te recht komen, vooral wanneer die grillige straal zich maar wilde vertoonen. In afwachting daarvan nam Aristobulus Beerenkooi Olivier Sinclair met scherpen blik op, over zijn brilleglazen heen. Dat is een zeer gewone wijze van handelen bij de kortzichtigen, die steeds willen waarnemen en zien, zonder er den schijn van te hebben. En wat nam hij waar?
Dit kon wel onvoorzichtig genoemd worden, want de rots was zeer glibberig en bood geen plekje aan, waarop de voet zou kunnen rusten of waaraan de hand zich kon vastklemmen. Toch liet Aristobulus Beerenkooi zich niet afschrikken. Hij begon dus langs de wanden naar boven te klimmen en kon met behulp van eenige struiken, die tusschen de rotsaderen wortel hadden geschoten, zich naar boven hijschen.
»O! dien ontfutselt men haar zoo niet, of zij moet hem zich willen laten ontfutselen," antwoordde juffrouw Bess, »en ik mag lijden dat de wind mijn muts afrukke en haar op de punt van den klokkentoren van Sint Mungo brenge, wanneer onze jonge dame ooit dien mijnheer Beerenkooi tot man neemt."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek