Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juni 2025
82 Van nu aan daalt men langs dusdanige trappen: stijg gij van voren op, daar ik in het middelste wil zijn, zóódat de staart geen kwaad kan doen." 85 Gelijk diegene, die zóó zeer bevangen is door de huivering van de derdedaagsche koorts, dat hij de nagels reeds zonder bloedkleur heeft, en gansch beeft, wanneer hij ook maar kijkt naar de schaduw;
Tip legde aan, maar het wapen beefde hem in de hand en hij durfde niet schieten. »Je beeft, Tip! Je bent een lafaard!» zei de burgemeester. »Maar als ik misschiet, mijnheer de burgemeester, en in plaats van den beer den jongen tref wat dan?» »Je bent een lafaard, Tip!» herhaalde de burgemeester. »Klim in den boom en snel den jongen te hulp! Dadelijk! Ik gebied het je, Tip!»
Hij trok naar Rome, toen Umberto en Margherita hun zilveren bruiloft vierden. Men denkt er aan en beeft. "Falco is bemind en machtig," zeggen de arbeiders. "Men aanbidt Falco, hij kan doen wat hij wil."
Gij zijt toch niet kinderachtig genoeg om zulks te gelooven. Ik verdenk hier moeder Noppe; gij hebt u in de kleeren laten steken, jongen." "Mocht gij de waarheid zeggen! maar, neen, een uitdrukkelijk vonnis van hierboven beeft mij onherroepelijk tot smart en wanhoop veroordeeld.... en Lisa, de arme Lisa, moet zoowel als ik, zoowel als onze ouders, het hoofd bukken onder den wil van God."
Droomen zijn bedrog: en worden zij ook al werkelijk door de goden ons toegezonden, dan zijn toch de uitleggers aan menschelijke dwalingen onderworpen. Uwe hand beeft nog altijd en uwe wangen zijn bleeker dan uw linnen kleed. Ik was te hard voor u, harder dan een vader...."
Aan wie....? Hij rilt; misschien bij de gedachte aan de laaggezonkene, die de laatste letters van hem ontving. De pen beeft hem in de hand, maar toch hij schrijft doch slechts een luttel tal woorden. Het blad wordt tot een brief gevouwen en met een ouwel verzegeld.
Geen luchtje roert zich, geen blaadje beeft, door het bladerdak dringt een zonnestraal en verguldt het aangezicht van Isolde, »zo slapen de twee gelieven, die denken aan geen kwaad, zij hebben niemand dan zich zelf hier in 't land."
»Ik vrees, dat we nu toch nog genoeg van hen te lijden zullen hebben," sprak vrouw Fijtje met een zucht. »Zij zullen de ondergane bejegening niet gemakkelijk vergeten en ze ons nog minder vergeven. Morgen of overmorgen zullen we de onverlaten wel opnieuw zien verschijnen, en mijn hart beeft bij de gedachte, wat er dan al niet gebeuren kan."
Gij zijt ontsteld! gij beeft! welke plotselinge schrik heeft u bevangen?" "'t Is niets, Leentje! 't is niets!" antwoordde Ulrica, stilstaande en op Magdalena's arm leunende: "'t gaat alweder over: 't was de benauwdheid: er was wat rook in mijn keel geslagen....." en zij berstte in tranen uit.
Zoo sleepte zijn oude vader zich altijd naar boven. De zoon beeft van angst en onrust. Maar hij vermant zich, en gaat kijken. Daar ziet hij, langzaam de trap opzuchtend, een witte gestalte, in wijden mantel, en met langen, grijzen baard. Het is zijn vader. Ontzet snelt de vadermoordenaar naar binnen, werpt de deur in 't slot, en verbergt zich daarachter met zijn schuldig hart.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek