Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 mei 2025
»Het beste is, dat u zelf eens gaat kijken, heer," zei de Dajak droogjes. »Dat zal ik doen, en dan zal ik je toonen, dat een blanke beter sporen kan zoeken, dan een Kenjaoe-dajak," vervolgde Kees, die steeds boozer werd. Petinggi Datoek gaf een teeken aan de bala. Deze naderde en men ging weer vooruit. De Dajaks omringden nu den verkenner.
Gemakkelijk was dat niet; hier en daar moesten de mannen gebruik maken van tegen de rotsen geplaatste boomstammen. Het duurde verscheidene uren voor de bala in zijn geheel in het diepe ravijn was aangekomen. Toen kon men den tocht voortzetten. Het ravijn kronkelde als een holle weg tusschen de hooge en steile rotswanden door.
»Ja, heer! maar het is te hopen, dat het beter afloopt." »Ben je weer beangst, Marti? We zijn nù toch heel sterk. De heele bala der Kenjaoe's is immers bij ons!" »Maar de Sibaoe's zijn in hun eigen land sterk genoeg, om den bala te verslaan. Zij kunnen ons ook in een hinderlaag lokken en dan is 't met ons gedaan."
Eindelijk kwam de bala in Tapang aan. Kees stond verstomd over de groote toebereidselen, die men voor het feest gemaakt had. Van heinde en ver waren de Kenjaoe's toegestroomd. Om het eigenlijke dorp waren vele tientallen van afdakjes en hutjes opgebouwd voor de talloos velen, die in het huis zelf geen onderdak meer konden krijgen.
Toch leefde Kees onophoudelijk in zorg, dat zich meer dergelijke ongewenschte stoornissen zouden voordoen, die den tocht zeker zouden doen mislukken. Den volgenden dag passeerde de bala de afgebrande woning van een tiental Dajaksche families. Dit was het dorp Seboeloeh, dat door de Sibaoe's verwoest was. Een paar bewoners van het dorp bevonden zich bij de bala.
Dat kan ik echter alleen niet doen; daarom vraag ik je, om mij een tiental mannen van de bala mee te geven." »Dat kan niet, heer! We zijn veel te zwak, om ons nog te splitsen. U weet, dat we van morgen ook nog verliezen geleden hebben. We hebben alle strijdbare mannen hoog noodig."
Reeds den volgenden dag kwamen de verkenners melden, dat de bala der Sibaoe's naderde en den dag daarop reeds verwacht kon worden uit de richting van een dorp, genaamd Seboeloeh. Onmiddellijk toog Kees met Petinggi Datoek en anderen er op uit, om langs dit pad een geschikte plek voor een hinderlaag te zoeken. Op ongeveer twee uren afstands van Tapang vond men een uitstekende plaats.
Een eind verder zat de verkenner verscholen in het struikgewas. De bala hield halt en Kees en Petinggi Datoek begaven zich naar den verkenner. »Wat nieuws?" vroeg Kees haastig. »Slecht nieuws, heer!" »Hoe zoo? Waar zijn de Sibaoe's?" »Verdwenen, heer! Ze zijn in de lucht verdwenen." Kees stampte op den grond. Petinggi Datoek stiet een kreet van bijgeloovige angst uit.
Als we de Sibaoe's zoo spoedig mogelijk vervolgen, ontdekken we misschien, op welke geheimzinnige wijze zij telkens in dit land plegen te komen. Indien we dáár achter kwamen, zouden we met de bala een krijgstocht in hun land kunnen wagen. Dat zou een mooie overwinning voor onze vrienden, de Kenjaoe's, zijn.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek