Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 mei 2025
Geen enkel spoor van ontrouw kon ik ontdekken, wat mij niet weinig verwonderde, want, hoewel Béatrix mij had verzekerd, dat hare meesteres geen enkel mannelijk bezoek ontving, kon ik mij toch niet voorstellen, dat een zoo knappe dame geheel trouw was aan don Gonzale.
Daar heeft men, over een tiental jaren, oude munten, Romeinsche dakpannen en eenen put blootgelegd. Bij de vaart bemerken wij, tusschen slanke populieren, het lustgoed van Mevrouw Reyntjens. Daar bouwde de gravin Beatrix, weduwe van Willem van Dampierre, de vermaarde abdij van Groeninge.
Wij gingen daarop naar zijn vrouw, die weder was bijgebracht en hij zei, "Mijn lieve Béatrix, de hemel vereenigt ons eindelijk weer, na tien jaar gescheiden te zijn geweest; welk een gelukkig oogenblik voor mij." "Ik weet niet," zei zijn vrouw, "of het je wel zooveel genoegen doet mij weer te zien; wel ben ik ervan overtuigd, dat ik je nooit reden heb gegeven, om mij te verlaten.
Zij had mij heel goed levend kunnen laten verbranden en ik geloof niet, dat mijn dood haar meer getroffen zou hebben dan een van de gebeurtenissen op het tooneel. Ik wilde den raad, dien men mij gegeven had, niet in den wind slaan, dus verhaastte ik mijn inscheping, mijn zuster Béatrix nam ik mee en behalve van mijn eigen slaven, slechts zooveel Turken als noodig was, om geen argwaan te wekken.
Nooit denk ik aan Martha, zonder aan u te denken. Doch laat ons van elkander gaan, en elkaar nooit weer zien. Vaarwel, Beatrix, en vergeet me." Ze staarde voor zich uit, en in haar ooren klonk de stem harer zuster. Was ze bij Martha veiliger dan bij den ridder? Angstig vluchtte ze, zonder hem te antwoorden.
"Vaarwel, Beatrix vaarwel! Ik min u vaarwel! Gij zult nooit meer vragen, waar ik ben, en toch, waar ik ben, zal ik aan u denken. Als ik gewond word, en mijn wonden mij pijnigen, zal ik naar uw zachte, troostende handen verlangen " Ze zag hem aan. "Heb mij niet lief," smeekte ze, "heb Martha lief." Rustig antwoordde hij. "Martha kan ik niet lief hebben.
Maar eens hoorde Beatrix in de kamer, waar ze met Martha sliep, zacht snikken, en verschrikt vroeg ze, waarom haar zuster weende. Ze kreeg geen antwoord, en den volgenden morgen herhaalde ze haar vraag. "Ik geschreid?" glimlachte Martha. "Dat beeldt gij u in. Den ganschen nacht heb ik rustig geslapen." Beatrix nu geloofde haar.
Zoodra wij de tijding kregen, vertrokken wij naar Madrid omdat mijn meester zijn weldoener wilde bedanken. Ik had gelegenheid om Catalina te zien en te spreken en vergeef mij waarde Béatrix, want ik meende toen, dat ge mij ontrouw waart wij werden op elkaar verliefd.
Het duurde niet lang, of Martha en Beatrix ontmoetten hem, en beiden lachten ze om zijn leutig wezen, de liedjes, welke hij zong, en de grappen, die hij bedreef. Gezamenlijk bespraken zij het, hoe schoon van gestalte ze hem vonden, en ze waren beiden gaarne in zijn gezelschap. Toen kwam de dag, dat Martha over hem zweeg, en Beatrix alleen over hem praatte.
De donna, de schoone, maar bovenal deugdzame vrouw, wordt verheven tot de beata beatrix, de engel in menschelijke gedaante, die de ware godsliefde doet ontwaken in het hart van den minnaar. Zeker, ook van deze, platonische en eeuwig-menschelijke gedachte, biedt de vroegere poëzie voorbeelden, maar men vindt ze er slechts sporadisch.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek