Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juni 2025


De stroom vloeit door een bed van kiezelsteenen, zooals die waaruit de oevers en de omringende vlakten bestaan, en slingert zich in bochten door eene vallei, die zich lijnrecht naar het westen uitstrekt.

Steeds langs den meridiaan van Parijs voortijlende, waren het nu Duinkerken, Doulens, Amiens, Creil, Saint Denis, die als het ware daaronder voorbijschoten. Niets deed de Albatros van hare lijnrechte vaart afwijken. Het was ongeveer middernacht toen zij boven de Licht-Stad kwam, een naam, dien Parijs ten volle verdient, zelfs wanneer hare bewoners te bed zijn of zijn moesten.

En ze hadden in den winkel al het aardewerk kapot geslagen, want die mijnheer Buter is winkelier in aardewerk en zulk goed, en ze gooiden ons met de stukken van zijn eigen potten en pannen, en oom kreeg een scherf boven z'n linker oog, 't was op het kantje af dat ze hem het oog uit z'n hoofd gooiden! En 's middags moest het bij oom dichtgenaaid worden; en tante ziek naar bed.

Ik trok me naar den versten hoek van mijn kamer of doos terug; maar de aap, die naar alle kanten binnenkeek, maakte me zóó beangst, dat mij de tegenwoordigheid van geest ontbrak, om me onder het bed te verschuilen, wat ik makkelijk zou hebben kunnen doen.

Doch zie, deze beide mynslavinnen waren niet sterk genoeg om 't logge schepsel uit haar bed op den rolstoel te helpen, waarmee ze naar 't voorvenster van de "zykamer" moest gekruid worden.

Brand!" Dat is een stem, die beter klinkt in de ooren der kavaliers dan 't schreeuwen van het volk. Gewend die stem te gehoorzamen, springen onmiddellijk de twaalf mannen 't bed uit, zien den vuurgloed, trekken haastig hun kleeren aan en stormen de trappen af en de plaats op. Maar aan de deur staat de reusachtige smid en twee sterke molenaarsjongens, en een groote schande komt over de kavaliers.

Jup werd niet vergeten, hij had een kamer alleen, bij het groote magazijn met een goed bed, hetgeen hem uitmuntend beviel. "Die beste Jup," zeide Pencroff dikwijls, "hij spreekt nooit tegen, geeft nooit een ongepast woord! Wat een knecht, Nab, wat een knecht!" "Mijn leerling," antwoordde Nab, "en weldra mijns gelijke!"

"U is gekomen om den hertog te spreken? Het spijt mij, maar Zijne Genade is zeer onwel. Hij is zeer terneergeslagen door het treurige nieuws. Wij ontvingen gisteren een telegram van dr. Huxtable, waarin hij mededeeling deed van uw ontdekking." "Ik moet den hertog spreken." "Maar hij is nog op zijn kamer." "Dan moet ik daarheen gaan." "Ik geloof, dat hij nog te bed ligt."

Maar lang niet overal kon de dolle moedwil van het gepeupel worden voorkomen. Zoo zagen Reinier en Jakob een andere bende van woestelingen bij het huis van den politie-commissaris Chandon en dat van den ontvanger der belastingen Jonas, hun domme, schandelijke vernielzucht uitvieren. Chandon lag ziek te bed. Zijn dienstmeisjes riepen dit het volk toe, smeekend, haar meester toch te sparen.

Zij was spoedig ontkleed en in bed, en daar zij liefst alleen scheen te zijn, ging haar zuster heen en had al den tijd, terwijl zij wachtte op Mevrouw Jennings' terugkomst, te denken over hetgeen achter hen lag.

Woord Van De Dag

kelderdeur

Anderen Op Zoek