Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juni 2025


Toen de Koning in zijn koningsgraf, midden in het gewelf onder de kapelle Gawein lag daar ook dicht bij was bij gezet, huldigden de wiganten in bijzijn van Assentijn en Ysabele de Koninginne Guenever en zwoeren haar als vazallen en als baroenen de plechtige eeden.

Wees gewes, o lezer, dat er een wonderbed stond, waarin ridders van hunne wonden genazen, want zulke wonderbedden stonden nu bijna in iederen koninklijken burcht, maar zij waren niet altijd zoo vervallen als dat allereerste van ouden Koning Wondere en niet altijd zoo modern hygiënisch als het bedde, dat Merlijn voor Camelot had gemaakt en voor de Ridders van Tafel-Ronde: het wonderbed van Koning Assentijn was maar van gemiddeld comfort.

De Koning sloeg met de vuist op de tafel, zoodat de echo's verschrikten en elkander na joegen de wanden der zalen langs: Ik weèt het, bij mijne trouwe! riep Assentijn.

Zoo, de baroenen om hen, de acht Tafel-Ronde-ridders rondom hen, als een wijde kring van bescherming en Koning Assentijn tusschen zijn lijfwacht volgende, draafde Gawein de eerste brug over van Camelot. Gejuich riep hem toe van wallen en tinnen en torens... En de vrouwen op den hoogsten torentrans, rondom Guenever, galmden het blijde heil!

Maar ook over de vlakte was de halve cirkel van Clarioens heirmacht genaderd, klaarblijkelijk met het doel Camelot te omsingelen, maar het was niet van de torens te onderscheiden wie de grootste heirmacht wel was: die van Clarioen, die van Assentijn: vóor den laatste waren de tien wiganten zelven alleen al gelijk aan een machtig heir, dat dreunde aan over den weg.

Maar hij wilde Koning Assentijn, die zich na de eerste begroeting, zoo echt koninklijk bescheiden niet te zeer op den voorgrond had willen begeven, nu met eere overladen en riep: O mijn machtige Vriend en Koning van Endi, wat verheugt zich mijn harte, dat gij met uwe roze en kleindochter, de princesse Ysabele, binnen Camelots muren thans zijt gekomen, zoodat wij nauwer de banden mogen aanbinden van koninklijke vriendschap tusschen ons beiden en...

Ik spoed mij met u allen! riep Lionel, de Noordhumberlander Karreridder. Want trouwe zwoer ik sedert aan Koning Assentijn!

Koning Assentijn vierde die maand met groote feesten de tien dappere ridders van Tafel-Ronde en toen hij vroeg aan Gawein wat hij hem geven konde om zijn dank en aller dank van die van Endi hem te betuigen, aarzelde Gawein niet langer en vroeg hij, blozende maar luid-op, trots alle de moeilijke overpeinzingen, die hem hadden bedrongen, om Ysabele.

En Assentijn hoorde Lionel uit, over het verre Noordsche rijk, waarheen zijne kleindochter ter bruidvaart zoû gaan en waar Clarioen iederen ridder, dien hij verdacht van hem naar de kroon te staan, wierp op de Schandekar! Maar naast de Kar was Amadijs ontzet blijven staan, de edelvrouwen en baroenen rondom. Mijn heer! hijgde ten laatste Amadijs. Mijn heere Gawein!

Eindelijk echter meende hij te kunnen spreken en zeide hij, hoofsch en bijna nederig hoewel toch waardig omdat hij zich geen schuld was bewust meer dan God op hem geladen had bij zijne vleeschlijke geboorte: Assentijn, machtige Koning en vader mijner wellieve en, lace, te vroeg verscheidene Ysabele, gij zegt mij vele woorden en zekerlijk, zij verbijsteren mijne ziele en mijnen armen geest.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek