United States or Faroe Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik heb toen aan jou gedacht en ik geloof ook dat jij dat baantje niet slecht zoudt waarnemen." "Ik gevoel dat ik mij er uitstekend van zal kwijten," antwoordde ik haar. "Ik heb de "Spaarzaamheid" van Aristoteles gelezen en het is juist mijn grootste fort boek te houden.... Maar er is één bezwaar dat mij belet bij Arsenia in dienst te treden." "En welk bezwaar is dat?" vroeg Laura.

Hij is nog in handen van geen enkele cocotte geweest en dat is een betreurenswaard verlies." Zoo praatten zij voort tot het diner en aan tafel ging het gesprek over dezelfde onderwerpen. Maar laat ik u nog vertellen hoe een arme duivel van een schrijver, die tegen het einde van den maaltijd kwam, door Arsenia werd ontvangen.

Vooral het kamermeisje van Arsenia, mijn beminnelijke Laura, blonk uit en deed veel meer geest dan deugd blijken. Van hun kant hoorden wij onze heeren zeer dikwijls luid lachen met de tooneelspeelsters, wat deed veronderstellen dat ook zij zich nogal vermaakten.

Weliswaar zijn Arsenia en Florimonde geen groote genieën, maar zij hebben slag van brassen en fuiven wat veel goed maakt. Het zijn vroolijke, levenslustige schepseltjes en dat is per saldo meer waard dan zulke deftige eerbare vrouwen!"

Een kleine portier opende ons de deur en liet ons in een lage kamer waar de kamermeisjes van Arsenia en van Florimonde zich onder uitbundig gelach met elkaar onderhielden, terwijl hare meesteressen boven waren met onze heeren.

Terwijl deze het diner gereed maakte, stond Arsenia op en bleef tot den middag met haar toilet bezig. Daarop kwamen de heeren Rosimiro en Ricardo, beiden tooneelspelers. Vervolgens kwamen twee actrices, Constance en Célinaura, en een oogenblik later verscheen Florimonde vergezeld van een man, die er als een ridder uitzag. Hoewel hij goed gekleed was, vond ik toch dadelijk wat vreemds aan hem.

Ik behoefde echter niet lang na te denken want plotseling stond Clarino, de lakei van don Alexo, voor mij. Ik nam hem mede naar de eerste de beste herberg en wij vermaakten er ons tot middernacht. Tegen dien tijd gingen wij naar het huis van Arsenia waarheen ook Clarino zich volgens bevel van zijn meester moest begeven.

't Is waar, hij heeft er duur voor moeten betalen. Hij huurde een mooi huis voor mij, meubelde het prachtig, gaf me een goeden kok, twee lakeien, en duizend ducaten in de maand. Dan nog rijke kleeren en veel juweelen. Nooit heeft Arsénia het zoo schitterend gehad! Welk een ommekeer in mijn lot!

Soms ook ontving men er pachters der belastingen, die inplaats er geld te ontvangen, zelf betaalden om er te mogen komen. Florimonde, die in een naburig huis woonde, at en soupeerde elken dag met Arsenia. Zij schenen door zulk een groote vriendschap verbonden te zijn, dat het ieder verbaasde.

Wij gingen dus van elkaar en ik verliet het huis van de tooneelspeelster in de zoete hoop, dat ik weldra voor goed in haar gunst zou zijn en ik kwam dan ook na twee dagen terug. "Ik wachtte je al," zei de kamerjuffrouw van Arsenia, mijn schoone Laura, "om je te zeggen dat je als huisgenoot hier zijt opgenomen. Kom met mij mede, dan zal ik je aan mijne meesteres voorstellen."