Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 oktober 2025
Eensklaps sloeg hij de oogen op; men ging in de straat, hij hoorde voetstappen nabij zich, en bij het licht der straatlantaarn, naar den kant der straat, die bij het Archief uitloopt, zag hij een bleek, jeugdig en opgewekt gelaat. Gavroche was in de rue de l'Homme-Armé gekomen. Hij zag naar boven en scheen iets te zoeken. Hij zag zeer duidelijk Jean Valjean, maar lette niet op hem.
De algemeen geachte gentleman verdween eensklaps om plaats te maken voor den dief der banknoten. Zijn photographisch portret, dat met die van al zijn medeleden, in het archief berustte, werd vergeleken. Trek voor trek gaf het den man weer, wiens signalement bij het ingestelde onderzoek was opgemaakt.
Wellicht zou dit het geval zijn geweest indien ik u had rondgeleid in de verschillende vertrekken ingenomen door de bureaux der gemeentelijke administratie of u een opstijgen naar het archief had aanbevolen, naar dat rijke archief in zoo jammerlijk lokaal opgetast. Maar ook dan zelfs zou ik geene verschooning gevraagd hebben voor mijne handelwijze.
En wat ook in dat archief bewaard was, dat waren vele exemplaren van fraai gekleurde en goed geteekende nieuwjaarswenschen, door brave en gehoorzame jongelingen of jonge dochters aan hunne "Geagte Vader" of "Waarde Moeder" of "Lieve Grootouders" gestuurd, en waarvan de gedichten dikwijls duidelijk aangaven, dat zij van eigen maaksel waren.
Jacob van Lennep vertelt ons, dat hij eens een jonge juffrouw aantrof, met een mand naast zich, bezig de brieven te verscheuren en daarin te werpen van een harer ooms, die gezant bij de Porte geweest was. Zoo werd ook het gansche archief der stad Zalt-Bommel van vóór 1660 in 1831 opgeruimd, 2164 halve kilo's aan papier en 16 dito aan perkament. Gelukkig ontbreekt het goede niet.
Eene beschrijving van de, in het Stedelijk Archief nog bewaarde, afbeelding dezer plegtigheid heb ik gegeven in den tekst der Twaalf Gezigten op en in Leeuwarden, 1850, bl. 15. Zie Tegenw. Staat, II 70 en Geschiedk. Beschrijv.
Voor ik nog al die aanmerkingen, zoo goed me zonder archief of mondelinge inlichtingen mogelyk was, beantwoord had, vernam ik zydelings dat de Generaal zoo verstoord op me was: "omdat ik hem te Natal zoo gekontrarieerd had, waaraan ik dan ook, voegde men er by, zeer verkeerd had gedaan."
In vroegere tijden werden voor de stoottanden van den Narwal ongeloofelijke hooge sommen betaald. Men schreef hun allerlei wonderkrachten toe en hechtte er daarom veel meer waarde aan dan wij, die deze voorwerpen alleen begeeren, omdat zij op soortgelijke wijze als het ivoor gebruikt kunnen worden. Nog geen 250 jaar geleden waren er nog slechts weinig narwaltanden in Europa te vinden; die, welke de zeelieden tot aan dien tijd hadden meegebracht, vonden gretig koopers. Men hield ze voor afkomstig van den Bijbelschen Eenhoorn, welk dier, op fabelachtige wijze voorgesteld, deel uitmaakt van het Engelsche wapen. Keizers en koningen lieten zich dikwijls van deze tanden staven vervaardigen, die, met zeer sierlijk snijwerk versierd, hun nagedragen werden; de kostbare kromstaven van de bisschoppen waren van zulke tanden gemaakt. Nog in de 16e eeuw bewaarde men in het Bayreuther archief op den Plassenburg vier narwaltanden als buitengewone zeldzaamheden. Eén daarvan hadden twee markgraven van Karel V aangenomen tegen kwijtschelding van een grooten schuldpost. Voor den grootsten der beide tanden werd door de Venetianen nog in het jaar 1559 de ontzaglijke som van 30.000 zechinen geboden, zonder dat het hun gelukte den eigenaar tot den verkoop over te halen. Een Narwaltand, die in de keurvorstelijke verzameling te Dresden aan den gouden keten hing, werd op een waarde van 100.000 thaler geschat. De "Groenlandsche Compagnie" en andere kooplieden hebben gedurende eenigen tijd met deze tanden goede zaken gedaan bij de Moscovieten en bij de bewoners van Oost-Azië. Nog in de vorige eeuw kwamen zij trouwens in de apotheken voor en werd het poeder van de gebrande en ongebrande tanden soms als geneesmiddel voorgeschreven. Tegenwoordig kosten zij per K.G. hoogstens zes, of per stuk twaalf
Dr. Ernst Förstemann, Altdeutsches Namenbuch. Nordhausen, 1856. T. D. Wiarda, Ueber deutsche Vornamen und Geschlechtsnamen. Berlin und Stettin, 1800. Johan Winkler, Een en ander over friesche eigennamen. In het tijdschrift De vrije Fries, dln. XIII en XIV. Leeuwarden, 1877 en '81. L. A. Te Winkel, Over de woorden met den uitgang ing. In A. De Jager's Archief voor nederlandsche taalkunde, dl.
Behalve in stukken van het Stedelijk Archief, vindt men eene uitvoerige beschrijving van deze "Princelyke Inhalinge" bij SYLVIUS, II, 1684, 125. Zie over deze Vorst en Vorstin: Charterb. V 914, 1103, 1216, 1242; SYLVIUS, I 552, 653, b 97, 178; Regist. Staats res. 46, 513, 587; KOK, Vaderl. Woordenb. II 507, XVI 606, XX 547; FOEKE SJOERDS, Beschrijv. II 188; Tegenw.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek