United States or Gabon ? Vote for the TOP Country of the Week !


Spoedig na zijn terugkomst in de hoofdstad, maakte Partenopex kennis met een nicht van den Paus, Jonkvrouw Angelica, die bij den eersten aanblik verliefd op hem werd. In de eigenaardige opvatting, dat »alles in de liefde geoorloofd is«, onderschepte zij zijne brieven aan Melior, en werd zij op deze wijze ingelicht over zijn hartstocht voor de keizerlijke toovenares.

Angelica, zoo heette de oudste, was met een officier verloofd, die met het leger was uitgetrokken en van wien zoo lang tijding uitbleef, dat men nauwelijks aan zijn dood of ten minste aan een zware verwonding, mocht twijfelen.

Morgen reist hij af om hierheen te komen en juist als hij den wagen wil bestijgen, zal hij zijn benoeming tot ritmeester vernemen.” „Maar, beste Angelica,” viel Veronica in de rede, „weet gij dit alles nu reeds?” „Lach mij niet uit, beste vriendin,” ging Angelica voort, „maar dat zult gij niet doen, want kon niet tot straf dadelijk dat kleine manneke eens van achter den spiegel komen uitkijken?

De vrouwen van Rubens hebben geen andere dan deze goddelijk-animale bestemming, hetzij hij boerinnen schildert of voorname dames, of hij ons Diana te aanschouwen geeft of de vrome Angelica, aan wier ontbloote schoonheid het oog van een oude kluizenaar zich in een laatste begeeren verzadigt.

Ten laatste vatte zij haar moed te zamen, ondanks innerlijk wederstreven en trok aan de schel, waarop de deur zich opende en zij door de donkere gang naar de trap tastte, die ter bovenverdieping voerde, zooals Angelica beschreven had. „Woont hier niet vrouw Rauerin?” riep zij in het leege voorhuis, toen zich niemand vertoonde; in stede van antwoord weerklonk een langaangehouden, scherp miauwen en een groote, zwarte kater schreed haar met hooggekromden rug, den staart in golvende kronkeling heen-en-weer zwaaiend, gewichtig voor tot aan de kamerdeur, die zich op een tweede miauwen opende. „Zoo, zoo, kindlief, al hier?

Elk dier vijftien deugden is een koningin, die haar bruidsbed heeft in een der fracties van het Onze Vader. Elk der woorden van het Ave beduidt een der vijftien volmaaktheden van Maria, en tegelijk een edelsteen aan de rupis angelica, die zij zelve is; elk woord verdrijft een zonde of het dier, dat die verbeeldt.

Kalm, flegmatiek, met een helderen blik, onbeweeglijke wenkbrauwen, was hij de volmaakte type van die koelbloedige Engelschen, die men zoo vaak in hun vaderland aantreft en waarvan Angelica Kauffman zoo treffend de schier academische figuur door haar penseel heeft weergegeven.

Daarop kwam Katelijne het huis binnen met een grooten bundel kruiden en zij sprak: Aan het kind bied ik de angelica, die den man voor ontucht behoedt en de venkel, die Satan van hem verwijderd houdt.... Hebt gij het kruideken niet, vroeg Klaas, dat guldens aantrekt? Neen, zegde zij. Dan ga ik zien of er iets in de vaart is te vinden.

Dit had Angelica tot diepe droefenis doen vervallen, maar vandaag was zij blij gestemd tot het uitgelatene toe, iets waarover Veronica zich niet weinig verbaasde en wat zij haar onomwonden zeide. „Beste kind,” zei Angelica, „gelooft ge dan niet dat ik mijn Victor aldoor in mijn hart, mijn zin en mijn gedachten heb? maar juist daarom ben ik zoo blijde god zoo gelukkig, zoo zalig tot in mijn diepste wezen! want mijn Victor is behouden en in weinig tijds zal ik hem weerzien als ritmeester, gesierd met de ordeteekenen, die zijn grenzelooze dapperheid hem hebben doen verwerven.