Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 30 juni 2025


Op zijn tijd zult gij alles te weten komen." "Maar wie zijn zij, als ik u bidden mag? Zijn het machtige mannen? Dat zou ik wel willen weten." "Dat zult gij later vernemen. Niet te nieuwsgierig, heer bankier. Dat is eene ongepaste ondeugd hier." "En wie zijt gij?" "Alweer te nieuwsgierig. Maar ik wil daarop wel antwoorden, dat ik een man ben, die de opdracht heeft u te ondervragen."

Indien hij zijn ouden kennis niet voor weinige dagen te Aken had ontmoet en zich niet zoo had verlustigd in zijn geluk, zou hij, bij het vernemen der treurmare, zich misschien vergenoegd hebben met den uitroep: "Die arme duivel! hij is er ook alweêr geweest. Hij was een beste jongen."

't Was alweer een mooie dag, en de zon scheen zoo heerlijk op de weiden en tuinen, de bloemen prijkten in zoo heerlijke kleuren en de vogels kwinkeleerden zoo lustig en vredig op de daken der huizen en de takken der boomen, dat men moeite had om te gelooven, dat het land geheel in beroering was en de menschen elkander van den morgen tot den avond vervolgden en vermoordden.

"Ik waarschuw u, mijnheer!" "Dreigen geeft niets.... dadelijk doen.... nu is 't al te laat.... nu zijt ge alweêr wat kalmer...."

Derhalve ontving ik voor mijn avondmaaltijd alweer rijst, en de vliegen, daarna de muskieten hielden mij gezelschap. 's Morgens vroeg was ik weder aan 't station, vreezende dat de trein zonder mij vertrekken zou. Maar er was geen trein, dien dag niet en den volgenden dag niet. Vermoedelijk was de oorzaak weer te zoeken in beschadiging van den spoorwegdijk. Dit bleek ook het geval te zijn.

Eigenwijs, vond ik het volstrekt niet noodig het naar beneden te laten en werd, tot mijn straf, een half uur later wakker door de zon, die fel in mijne kamer scheen. Om negen uur kwam een keurig gekleed dienstmeisje me een kopje slappe thee brengen, ook alweer met zoet brood. Ik knikte haar toe; zij beduidde mij vriendelijk, van haar kant, dat ik nemen moest wat ze mij bracht.

Neen, niets. Daar, alweer! zei ik, en nu twee tegelijk. Inderdaad lichtten in de duisternis, recht voor ons, twee vlammen op, gelijk twee oogen en spoedig daarna vloog een kogel over onze hoofden en, met luid, doordringend gefluit eene leege granaat; wellicht een van ons. Uit de tenten in de buurt kwamen de soldaten kruipen, men hoorde ze hoesten, zich uitrekken en praten.

Hij werd aan ons voorgesteld als de eigenaar van het huis mijnheer Horace Harker van het Centraal Pers Syndicaat. "Het is alweer die geschiedenis van de busten van Napoleon," zeide Lestrade. "U scheen daarin gisteren avond nog al belang te stellen, mijnheer Holmes en daarom dacht ik, dat u gaarne tegenwoordig zoudt willen zijn, nu de zaak een veel ernstiger wending heeft genomen."

Zelfs was-i daarby altyd voorganger, aanvoerder, maarschalk en alweer precies als in Afrika koning. Meer nog, hy voelde zich de verantwoordelyke persoon, de deus ex machinâ van rechts- en plichtswege. By elk dreigend incident, by elke krisis, by elk gevaar dat deugd en eer kon te-gronde richten, meende hy den angstkreet te verstaan: waar blyft Wouter?

Er blykt alweer niet uit de processtukken, dat de voorzitter tot die heeren de vraag richtte: of zy, indien ze de eer hadden rechters te zyn, zoodanig vonnis vellen zouden? Ook niet dat hy hun 't woord ontnam en de deur wees, wat z'n plicht zou geweest zyn.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek