Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juni 2025
Goedele bekommerde zich om niets en liet alles gedwee gebeuren wat in huis de gewone gang der dingen was. Altemets had ze een vlugge zwakheid, meerendeels veroorzaakt door 't zachte blikken van Sebastiaan of 't tijdelijk zuchten van Bella.
Hij had een breeden ring met een miniature van Leopold I, en binnenwaarts had hij er in gothische lettertjes doen graveeren: "Pour Dieu, pour le Roi et pour la Patrie." Hij sprak grof en probeerde altemets brutaal te zijn.
Ze lag altemets stille te kouten met Goedele. Zie eens hoe de zonne ringskens teekent over de ruiten. Ja, ringskens. En hoe ze sterrekens puntelt in het stof, de ruimte langs.... Ja. Ze deed dan meteen een kwaad gebaar en riep: Wat een boel! De lucht is dikke van vuilnis.... Maar wie kuischt hier, wie moet hier het huis opruimen en zuiver houden?
Altemets stortte een streuvelende wind in den lochting, en een park dahlia's neigden te zaam en rechtten zich en bijsden tenden hunne stengels nog een tijdeken. Hij asemde naderhand in 't rotelend geboomte en bleef er luidelijk hijgen en was seffens voorbij, met een schok en waar zoefde hij ginds? Goedele voelde bij zijn sterke doening, heel de moedeloosheid van het najaar.
Op de akkers, die verder zich uitbreidden, naar het dal toe, waar schuilde het kleine dorp, zwoegden de oogstwroeters, lage gebukt en traag-wordend onder den last van het machtige werk. De winden waren stille gevallen, en altemets klonk in 't zwijgend geluchte de roep van een boever of 't krijschend gewet van een zeis.
Door den rook der sigaren en 't geronksel van die vlugge babbelingen was Albien thoopegezakt en in slaap geraakt. Hij schoot altemets wakker, sluimerde seffens weer weg, en zijn hoofd bijsde ommentweere, zijn bolle glanzende hoofd. Bella? vroeg Sebastiaan. Wel ja, herinner u ... ze zat lijk een katte te lonken.... Ik weet niet.... Ze ging voort.
Ze had somtewijlen groote angsten. Ze dorst het aan haar zelve niet bekennen, dat ze Wiezeken's dood verzocht. Ze wilde dat verlangen wegjagen met een deerlijk woord, en verlangde maar gedurig naar dat ende. 't Zou 't ende zijn. Ze redeneerde dan. 's Nachts werd ze altemets wakker en voelde hare vreezen naderen, een zonderling, verwijt, dat altijd opkwam bij bange uren en haar folterde.
Alhier rechtte hij een gebroken stengel, aldaar kneep hij een dorre bloem weg, alles in profijtelijke doening met voorzichtige vingeren betastend en bestreelend. Altemets maakte hij zijn eigen lastig om een vertrapt plantsoen, maar zoetig was zijne ongedurigheid en dan liep hij verder al mummelend: Tet-tet-tet....
Goedele lanterfantte een beetje, een toenemend belang stellend in de doening van die werkzame menschen, ook om de koelte te vergeten, die over haar en Ameye gezonken was. Ze verwonderde zich over 't een en 't ander, lachte altemets luidop of werd weemoedig van deernisse. Aai-Jezes! Kijk hier!...
Elkendeen keek naar 't venster, waar de dag nog lichtend bezig was. De sneeuw bijsde er onophoudend naar 't westen toe, waarheen de wind zijn joependen asem joeg, en de vlokken kletsten altemets met een klein getjok tegen de ruiten of maakten, precies dansend, een sprongsken en een ronde.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek