Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 oktober 2025


Toen Duimpje begreep, dat zij weg waren, kroop hij weêr uit zijn onderaardsche gang te voorschijn. »Het is hier op den akker gevaarlijk loopen in het duisterdacht hij, »ik zou makkelijk mijn beenen of mijn hals kunnen brekenGelukkig liep hij juist tegen een leeg slakkenhuis aan. »Goddank, nu ben ik van nacht ten minste veiligzei hij en kroop er in.

Maar steeds sterker ontwaakt in de vaderborst de liefde tot zijn kroost, zijne kinderen, wier hulp hij trouwens bij het bebouwen van zijn akker niet langer meer kan ontberen, en deze sympathie is het, die een erfrecht te hunnen gunste tracht in het leven te roepen: motieven van ekonomisch-juridischen aard komen in het spel.

Want het was niet voor hem weggelegd het zaad te zien ontkiemen en opkomen op zijn eigen akker; het was niet voor hem weggelegd aan zijn eigen haard te zitten en er de gloeiende kolen te zien dooven, of de zachte handen van zijn kinderen in de zijnen te voelen of een liefhebbende vrouw aan zijn zijde te hebben.

Aan streken, waar bosch en akker, weide en water met elkander afwisselen, geeft zij de voorkeur, omdat zij hier het meeste voedsel vindt. "De Raven," zegt mijn Vader, "leven gewoonlijk, dus ook in den winter, bij paren. Als men er één hoort, behoeft men niet lang te zoeken naar de andere; deze is niet veraf.

De eenvoudigste geslachtsnamen van deze afdeeling zijn die, welke slechts uit een enkel algemeen aardrijkskundig woord, zonder eenig byvoechsel, bestaan; b. v. Akker en Acker, Baan, Beek. Daarop volgen de algemeene aardrijkskundige namen met een lidwoord er voor. Dat zijn b. v. De Baan, De Bergh, De Brinke, enz.

De Franken zijn gehecht aan hun geboorteland, geen landverhuizers, en zoo is ook hier de landverhuizing geringer dan in eenige andere provincie van Nederland hoewel de economische toestanden er minder gunstig zijn. Eenvoudig zijn de Brabanters in hun leven, in hun huis, op hun akker, met hun rijtuig, op den weg.

Smul was, als iederen ochtend, met ploeg en paard en egge bezig op den akker, Vaprijskens dorschvlegel klonk met doffe, gelijkmatig-gekadanseerde slagen op den harden schuurvloer, de groote waakhond lag rustig te loeren, half in half uit zijn hok, de zwarte poes zat knippend met zijn gouden oogen vóór het haardvuur, de oude klok tiktakte trage en in het achterhuis was 't Geluw Meuleken de boterkarn aan 't schoonmaken.

Die dank ik den Schepper; zijn glorie en macht Straalt af op mijn kleed, dat in rijkdom en pracht Het bloementapijt evenaart, dat in Mei Den akker bedekt en de grazige wei, Of het blinkend gewaad, dat de godheid omgeeft, Wier eeuwige hoede de wereld omzweeft; 't Is kunstig geweven, 't is heerlijk gemaakt, Als het kleed van den god, die de wolken bewaakt ."

Zooals die halmen op het veld opschoten en groeiden, en straks van dat veld worden weggemaaid, zoo bloeien en rijpen ook de kinderen der menschen op den akker van ons menschelijk leven; maar komt ook voor hen de ure der voleinding, dat de sikkel in de halmen daalt, en hun plek, die ze op het veld hielden, niet meer gekend wordt. En ook hier weer dezelfde tegenstelling.

In West-Vlaanderen draagt het oogstfeest, of liever de feestmaaltijd, den naam van oogstfooie, elders dien van oogstkermis. Ten slotte zij nog vermeld, dat in Oldenburg, Brunswijk, Hannover enz. een stuk koren ongemaaid op den akker blijft staan: het Vergôdendêl, dat kwalijk anders kan vertaald worden, dan als: "Frau Godens Anteil", een hooioffer dus aan Wôdan's gemalin.

Woord Van De Dag

feestlied

Anderen Op Zoek