Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 mei 2025
"Stuurman," had Jaap, de oude matroos, gezegd, "is het geen afschaduwing des hemels? Ik zou niet vreemd opzien, als mijn Guurtje mij in de eeuwigheid in zulk een licht te gemoet kwam." Guurtje was 's mans mooije dochter, aan de tering gestorven. En Bart woeste, wilde natuur als hij was, had den oude willen afschepen met een: "Wat schort je, paai?" maar zijne stem was in zijne keel blijven steken.
Jakob echter liet zich maar niet zoo dadelijk afschepen; hij hield aan, bewerend dat zijn boodschap volstrekt geen uitstel lijden kon. En juist begon het tusschen den knecht en hem tot een woordenstrijd te komen, toen de prefect zelf in de vestibule verscheen. »Wat is er aan de hand, François?"
Gij zult hem spoedig vergeten!" en met verheffing van stem: "De beul!" Zij laat zich echter niet zoo gemakkelijk afschepen en tracht te lachen: "De beul? voor den man, dien gij mij tot echtgenoot beloofd hebt? Welk een onzin! Gij bedoelt den priester. Mijn lieve, beste domme papaatje, laat dadelijk den priester halen!"
Tienmalen was ik willens om het een of ander voorwendsel uit te denken en nog voor de uitnoodiging te bedanken; maar al kon ik Helding met een schoon-schijnende reden afschepen, ik begreep, dat ik toch ook reden zou moeten geven aan mijn vader: en ik had reeds genoeg mijn bekomst aan 't veinzen, dan dat ik nieuwe uitvluchten zoude gaan uitdenken.
Daar ik uit die woorden meende te mogen afleiden, dat hij even weinig lust had om te vechten als ik, werd ik brutaler en zei: "Spot met anderen, mijnheer! Mij zult ge met zulk een antwoord niet afschepen." "Ik zie wel," hernam hij, "dat ik verplicht ben te spreken, om een ongeluk te voorkomen, dat u of mij zou kunnen treffen.
En ik had je al lang willen vragen of je geen behoefte had het mij te vertellen, maar ik was bang, dat je me zou afschepen.... Ik vraag het je nu ook niet; ik huil er maar een beetje om, omdat het zoo treurig is. Er tintelde iets vochtigs ook in zijne oogen, en zwijgend streelde hij hare oude hand.
"Iemand aanklampen"; "iemand afschepen, aftakelen, van bakboord naar stuurboord zenden"; "iemand aan boord klampen, op sleeptouw nemen, in 't vaarwater zitten, een steek onder water geven"; "het anker lichten, laten vallen"; "roeien met de riemen, die men heeft"; "tegen den stroom oproeien"; "in het riet sturen"; "met de nachtschuit komen"; "leelijke streken op zijn kompas hebben"; "aan het roer zitten"; "de vlag strijken"; "bijdraaien"; "de huik naar den wind hangen"; "voor de haaien zijn"; "naar wal sturen"; "kant noch wal raken"; "aan lager wal zijn"; "de beste stuurlui staan aan wal"; "oude schepen blijven aan land"; "uitkaaien"; "iemand aan den dijk zetten"; "op 't droge zitten."
»Maar met beter bier, voor den duivel!" riep de Hopman uit. »Je bent ons wel wat dankbaarheid verschuldigd voor onze trouwe bewaking tegen de Spanjaarden, en wij laten ons niet met slootwater afschepen. Hallo, een betere soort, of bewaar je die soms voor je vrienden in Amsterdam?"
Maar zij waren niet nieuwsgierig te zien hoe de Heer en Mevrouw Palmer hun middagmaal gebruikten, en eenig genoegen was in ander opzicht niet van hen te wachten. Zij poogden zich dus eveneens te verontschuldigen; het weer was ongestadig en voorspelde niet veel goeds. Maar Sir John liet zich niet afschepen, ze zouden met het rijtuig worden afgehaald, en ze moesten komen.
Maar de mensch moge eene bijdrage tot de natuurlijke historie leveren, zelfs een klerkenslag laat zich niet generaliseeren als eene vogelensoort b.v., laat zich niet afschepen met enkele trekken, zoo als: zulk een kop, zulke veêren, zulke pooten en zulk eene vlugt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek