Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 31 mei 2025


Zijn korte en driftige gebaren duiden een hevige onrust aan; hij verlaat een dringend werk, neemt het vervolgens weer op, en laat het opnieuw liggen om naar zijn vensters te ijlen, en den brand te beschouwen. Driftige en korte uitroepen ontsnappen zijn beklemde borst: »Welk een afgrijselijk schouwspel! En zèlf hebben zij den brand gesticht! Hoe is 't mogelijk! Al die prachtige paleizen!

Zeven-en-dertig jaren geleden was uitgezonderd dit plein St. Jaques, dat steeds afgrijselijk is geweest misschien het treurigste punt van dezen geheelen doodschen boulevard deze nog tegenwoordig weinig bekoorlijke plek, waar men het gebouw 50-52 vond. Eerst vijf en twintig jaren later begonnen er zich burgerhuizen te verheffen. 't Was er somber.

De volksverbeelding verbond aan den donkeren zinkput van Parijs iets bovennatuurlijks, dat afgrijselijk was. Het riool was grondeloos. Het was het barathrum. De gedachte om deze melaatsche oorden te onderzoeken kwam zelfs niet bij de politie op. Wie had het gewaagd dit onbekende te betreden, die duisternis te peilen, ter onderzoeking in dien afgrond te dalen? 't Was verschrikkelijk.

Theresia lag, wel is waar, roerloos; hare eene hand scheen wel zoo slap als een koord nevens de bedsponde neer te hangen; haar gelaat was wel doorschijnend als glas en van gele kleur; maar hare oogen waren open en, alhoewel afgrijselijk glinsterend, toch levend en niet gebroken.

Zij wilde zich op mij werpen, maar ik zwiepte haar. Hare klauw brak mij het lange zweeptouw. En zij lachte afgrijselijk... Maar ik zwiepte haar steeds en sloeg haar met den stok van de zweep. Haar klauwen voelde ik al in mijn rug. Ik greep haar bij den strot... Ja, nu worgde ik haar: ik voelde het. Goden van Eleuzis! riep ik. Staat mij bij...!!

En op het andere dak stond Aimée nog altijd overeind met hare twee kinderen, afgrijselijk huilende in den nacht! Ik weet niet hoe lang wij in dezen toestand zijn gebleven. Toen ik weer meester over mijzelf werd was het water nog meer gerezen. Op 't oogenblik bereikte het reeds de daken, ons dak was niet meer dan een klein eiland, omgeven door de oneindigheid van het water.

De worsteling had afgrijselijk moeten zijn; het bergje was overdekt met neergehouwen, onherkenbare lichamen; het bloed had zoo overvloedig gestroomd, dat het stof een breed rood tapijt scheen. Boven de lijken, staken de kanonnen met hunne sombere mondingen uit. Ik huiverde, onder het luisteren naar het stilzwijgen van dat geschut.

"Welkom!" zeide zij, diep nijgend; maar toen zij de versteende uitdrukking op Kaja's aangezicht zag, schrok zij zoo hevig, dat zij de bloemen op den grond liet vallen. "Heere God, waar is Meneer!" zeide zij. "Ik heb hem juist naar de kerk gebracht," antwoordde Kaja met een stem, die zóó vreemd en zoo afgrijselijk toonloos klonk, dat zij het zelf hoorde. "O, onze lieve, jonge Meneer!

Jakob Stargardt had zich naar den ongewapenden bijsleep van het corps begeven, waar hij zijn moeder en zijn broer Willem wist. Afgrijselijk was hier de ontsteltenis en de wanhoop der vrouwen en zieken nu zij, met hun bagage, het overschot moesten achterlaten van al hun bezittingen, van hun levensmiddelen, kortom van hun hulpbronnen, zoowel voor nu als voor de toekomst.

"Embros!" De eerste oogenblikken zijn afgrijselijk; diegenen onder mijn lezers, die hun militairen dienst bij de artillerie hebben doorgebracht, en die vele uren achtereen hebben moeten zitten op kanonnen, die over het bouwland stoven in een galoppade, zullen beter dan iemand begrijpen, wat wij moesten doorstaan.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek