Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 mei 2025
Zoodat nu, op 's Konings na tien jaren herhaalden uitroep, Galehot fijntjes glimlachte en Acglovael een giechelen onderdrukte en Sagremort de brauwen fronste en ontfronste, want hij twijfelde ietwat, Sagremort, aan zijn leenheers woord en belofte. Wie!? riep de Koning.
Waarop Acglovael schaterde, Ywein iets stotterde, terwijl Gawein zeide: Mijne lieve gezellen, mart nog een wijle... Ziet, ik heb het Zwevende Scaec gegrepen, ik heb de queste voltooid! Ik en durf niet met dit kostbare pand in mijn artsoentassche ten strijde tijgen.
Maar al rees er ook wel in de foreesten van het Land van Logres, tusschen de vele burchten, een burcht op, waar schoone en slechte vrouwen tusschen feloenige ridderen de goede ridders belaagden en binnen lokten, de elf makkers dezen avond vergeet niet hunne sonore namen, die immers zijn Lancelot, Bohort en Ywein, Mordret en Didoneel, Hestor, Meleagant en Acglovael, Sagremort, Galehot en Gwinebant! reden rustig stapvoets, gewapend als steeds maar aan Aventuur niet geloovig, de zwarte, donkere wegen langs, die zij zoo goed kenden, om dan in eens tusschen het ijlere, doorzichtige loover uit te komen op vlakte of viersprong, waar de witte maan over vloeide als loome melk tegen der boomschaduwen zwarten inkt.
Maar de andere ridders, en zelfs Acglovael, lachten niet en drongen angstig Galehot niet met die tooverenghiene zijn spel te drijven.... Niet alle ridders echter waren de trap afgegaan om naar Camelot terug te keeren.
Ziet, lieve gezellen o Sagremort, trek zoo niet de wenkbrauwen op! gij gaat allen die belaagde damoselen bevrijden uit Amoreuse-Garde maar willen zij wel bevrijd worden? Acglovael schaterde om Galehots twijfeling, maar Sagremort zeide. Hij heeft recht, Galehot; willen die damoselen bevrijd of niet bevrijd worden: dat is de vrage?
Ik dacht wel, dat het Wònder is, zeide Hestor verblind; waarmede Merlijn zijn kasteel zoo doet gloeien! En tooverië, zeide Meleagant; waarmede hij zonder sparen doodt wie zich verwart in zijne felle draden, die liggen verholen tusschen de rozen, serpenten gelijk. Vroô ben ik, dat hij ons vroed maakte van zulke booze hinderlage en dat wij weten den weg tusschen de zoete rozen, lachte Acglovael.
En er waren er bij van Koning Mirakel... Van Koning Ban... Van Koning Assentijn ook! En van alle andere oude Koningen van Kerstenhede rondomme! riepen door elkaar Acglovael, Ywein, Meleagant en Hestor. Het is alles de fout van Bohort! beschuldigde met vingerwijzing Ywein. En de drie anderen, wijzende met vingers ook, beschuldigden: Het is alles de fout van Bohort!
Dat is Merlijn! riepen door malkanderen de ridders met groot misbaar en Ywein riep: Ddd...dat is Merlijn!! Acglovael schaterde, niet omdat Ywein stotterde, maar omdat hij wel heel veel schaterde en van pleizier.... En de ridders wezen malkanderen, nog in de verte, een wijd vliegenden vogel, die aanvloog, windesnel. Op zijn fenix, die ook geen Wonder is! grijnsde Keye den ridders toe.
Bohort, dat was de reus met de basstem en Ywein, dat was de tenorelijke stotteraar en naast hen wil ik roemen Acglovael en Sagremort, Gwinebant en Galehot, Didoneel en Mordret, Hestor en Meleagant. En als zij elkander eens riepen of noemden, deze ridders met de sonore namen: Hei, Galehot! Ha, Gwinebant! Hoor bij Gode doch, Sagremort! Held Acglovael! Welkom Meleagant en gij, valiante Hestor!
Want de negen eersten: Lancelot, Gwinebant, Sagremort; Bohort, Ywein, Acglovael; Galehot, Hestor, Meleagant, waren te zamen, tot boete, naar Rome vertrokken als pelegrijnen; hunne zielen waren harde bezwaard om de meer of minder kwade scherts, dien zij met het door Merlijn gezonden Scaec jegens hun lieven gezel Gawein hadden bedreven.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek