Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juni 2025
Hiertoe behoort ook Michailof. Als de zoon van een opperhofmeester van een hotel te Moskou, heeft hij niet de geringste opvoeding ontvangen. Nadat hij de Academie had betreden, wilde hij zich ontwikkelen, want hij is niet dom, en met dat doel heeft hij zich gewend tot de bron van alle wetenschap: de dagbladen en de revues.
Hij was student in de rechten, maar studeerde niet. Zijn leuze was: "nooit advocaat!" en zijn wapenschild een nachttafeltje met een rechtersbaret er in. Telkens wanneer hij voorbij de academie ging, 't geen zelden gebeurde, knoopte hij zijn jas dicht, de paletot was toen nog niet uitgevonden, en "ging voor zijn gezondheid zorgen."
Hij vermengde den vogelenzang met het gezang der werklieden. Hij kende kladschilders, een ras dat het zijne nabij komt. Hij was, zoo 't schijnt, drie maanden als jongen op een drukkerij geweest. Eens had hij een boodschap voor mijnheer Baour-Lormian gedaan, een der leden van de academie. Gavroche was een geletterde straatjongen.
Meta is gelukkig, Brooke zal wel in een oogenblik een betrekking hebben, laat dat maar aan Grootpapa over, en het zal allerleukst zijn Meta in haar eigen huisje te zien. Als ze weg is zullen we nog een hoop plezier hebben, want dan duurt het niet lang meer, of ik ben klaar aan de academie, en dan gaan we naar Europa en doen een heerlijk reisje. Zou je dat niet troosten?"
In 1853 op vier en twintigjarigen leeftijd vertrok hij, na eenige voorbereidende studiën, naar de academie te Berlijn en werd in 56 tot doctor gepromoveerd.
Sedert hij op de academie is, gaat hij met niemand van de Rotterdamsche jongelui meer om." "Mij is 't wel," zei de heer Witse. "En zouden we Wagestert ook niet vragen?" "Wel zeker! Wagestert;" antwoordde zijn eegade: "dan zijn we sekuur dat het een vroolijk diner wezen zal."
Uit de Beerestraat op onze schreden teruggekeerd en de brug weder overgegaan zijnde, begeven wij ons rechts de Keizersgracht op, naar het fraaie huis met een hardsteenen gevel, dat ginds over den Schouwburg, Costers oude Academie, zeven-en-twintig jaren geleden wij zijn nu in 1688 door den bewoner werd gesticht. Die bewoner is Mr.
Intusschen mag ik hier niet verzwijgen, dat volgens eene mededeeling in de Parijsche Academie van Wetenschappen van 18 Mei 1885, door den heer A. Licuas, den 28sten Augustus 1883, op het eiland St. Domingo, gedurende een uur lang, schoten zijn gehoord, vermengd met geknetter, zeer veel gelijkende op het geluid van een verwijderden veldslag.
Je moet doen, wat je grootvader van je verlangt," zei Meta op haar moederlijksten toon. "Doe je best aan de academie, en wanneer hij ziet dat je hem plezier wilt doen, ben ik zeker, dat hij niet hard of onrechtvaardig tegen je zal zijn. Er is, zooals je zegt, niemand om bij hem te blijven en hem lief te hebben, en je zou het je zelf nooit vergeven, als je hem zonder zijn toestemming verliet.
Maar terwijl de Academie nu voor rekening van het Weeshuis speelde, bleef dat gedeelte van de leden der Oude Kamer, dat Coster niet gevolgd was, zijne vertooningen in zijn oude lokaal boven de vleeschhal in de Nes voortzetten voor rekening van het Oude-mannenhuis: en wat men al praten moge van de voordeelen eener vrije concurrentie, goede tooneelspelers zijn zoo dik niet gezaaid, dat men ze maar voor 't vragen heeft, en dewijl de stukken van onze vrienden Hooft, Coster, Bredero, Vondel, enz. doorgaans elk voor 't minst een dozijn bekwame tolken vereischen, wat al zooveel was en nog is als de stad met moeite oplevert, zoo spreekt het wel van zelf, dat men met den bestaanden voorraad van goede tooneelspelers maar op zijn best één schouwburg gerieven kon, en dat, zoolang de bestaande krachten tusschen twee wedijverende Kamers verdeeld waren, geen van beiden meer dan half werk kon leveren.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek