Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 mei 2025


Maar ik kan toch niet zonder even een vermelding dat tafereel voorbijgaan van opbruisende geestdrift, waar de jonge dichter, eerst ik weet niet door welk vooroordeel weerhouden, bij Steffens aarzelend een bezoek brengt, om met hem te blijven spreken, wandelen, etend, rustend, van elf uur 's morgens tot drie uur in den nacht, dan thuiskomt en een gedicht schrijft voor zijn vriend tot bewijs voor zijn dichterschap, voor zijn pasgeboren "volle" dichterschap.

Toen vervolgde hij langzaam: "Maar nu weet je wel beter, he? En wil je me gelukkig maken? Wil je mijn vrouwtje worden, Elsje? Zeg toch wat; wil je, wil je?" "Ik wil wel," zei ze, niet zacht en verlegen, niet half coquet en aarzelend, maar met een heldere stem, duidelijk en vast en met een reine, vrome liefde in de oogen.

Zij had ook Bertie als een getuige willen aanhalen, maar Bertie had toch nooit iets bepaalds gezegd; ze wist dus niet hoe ze hem brengen zoû in haar verhaal en zweeg dus over hem. Sir Archibald hoorde haar ontsteld aan; hij had nooit vermoed, dat er zoo iets in zijne dochter omging; hij had gemeend, dat alles zonneklaar in hare ziel was! En ... wat dan? vroeg hij aarzelend.

»En....?" vroeg mijnheer Help Junior aarzelend. »En, wat?" »Weet gij niets meer?" »Neen, waarde Help." »Dat is niet veel, zult ge moeten erkennen." »Accoord!

Hij greep haar in zijn armen en zoende haar hartstochtelijk, niet bang meer voor de opspraak van de anderen, niet aarzelend haar als iets dat nu van hem was te verdedigen en te beschermen.

De vraag, wat er toch wel in den twaalfden kelder zou kunnen zijn, begon den prins al spoedig te kwellen; en na den eenen kelder na den anderen te hebben geopend, stond hij aarzelend voor den twaalfden. Wie aarzelt, is verloren, en zoo stak de prins eindelijk den sleutel in het slot en het volgend oogenblik trad hij de verboden ruimte binnen.

Wij hebben nog lang gesproken over dingen die hier minder ter zake doen. Hij meende dat ons onderhoud min of meer mislukt was, dat hij zich te onbestemd, te woordenrijk, te aarzelend had uitgelaten. Ik echter maakte hem het volgend compliment: In tegendeel, U lijkt wel een Belg. Ik bedoelde dan: een intellectueele Belg. Dit zijn Belgen niet gauw naar mijn ondervinding, maar

Hij was weder als een kind geworden, en maakte zich bedroeft, omdat Babet hem geen makkertje schonk, dat met hem gespeeld zou hebben. Den dag, waarop mijne vrouw mij aarzelend toevertrouwde dat wij waarschijnlijk binnenkort met ons vieren zouden zijn, zag ik den lieven man verbleeken en moeite aanwenden om niet in tranen uit te barsten.

Hij had, zonder het te beseffen, zijn geluk verspeeld. En zelfs 't hert zou hij nog niet krijgen. Het lokte hem steeds verder van zijn doel. Eindelijk was er een beek, waarover het vervolgde dier, even aarzelend, zwom. Daar tegenover werd de grond moerassiger. Licht-zwevend, zonder dat de hoeven den grond even drukten, meer glijdend dan loopend, drong het door het riet, en verdween.

"O, ja wel, zij gelijken alle op elkaar.... Nu, zeg het maar, het is niets voor u, geloof ik," riep hij op goed geluk. "Neen," gaf zij aarzelend en een weinig verlegen toe; maar toen, glimlachend naar hem opziende met het aangename gevoel hem te kunnen vertrouwen, zeide zij vrijmoediger: "Het kaarten vond ik het prettigste gedeelte van den avond."

Woord Van De Dag

vreugdelooze

Anderen Op Zoek