United States or Latvia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het was duidelijk dat hij zichzelf een groot genot voorbereidde en dat hij al zijne schranderheid, al zijne fijnste kunde gebruikte om alles ordelijk daartoe te schikken. Was de aanzet van zulke moeilijke onderneming de bezwaarlijkste taak? Misschien. Sörge was stilaan rood geworden en ijverde in eene koorts, die hij tot nog toe altijd had weten te bemeesteren of te verbergen.

Ja, zeide hij. Maar, sprak zij, ik heb altijd gezien dat de deugd een stille, ingesluimerde, dikke en kouwelijke hoedanigheid is, een masker, dat knorrende gezichten verbergt, een fluweelen opperste kleed om een man van graniet. Ik minne die, in welker borst een mannelijk vuur blakert, dat tot lustige en dappere ondernemingen aanzet.

Dit alles zet men op een zacht vuur en laat het, goed toegedekt, een half uur braden; het mag niet aanbranden, maar wel is het goed als het zich bruin aanzet aan de pan. Als het zóóver is, giet men er een scheut kokend water bij en herhaalt dit telkens als het vleesch aan de pan vastzit.

Toen je een klein kind was, heb ik nog met je gespeeld, en nu hoor ik, dat je een kaartspeler bent, en met mageren Hein omgaat, die je zeker tot gemeene dingen aanzet. Ik had dat vroeger nooit van je gedacht." Dat heeft de rechter gezegd. Wie er berouw had, niet de heer. Wanneer de nonvlinder in het dennenbosch is, blijft er van het hout niets over.

Nu gaan liggen met de wind om torens en achter hagen, vertrouwde luiken sluiten, uitbreken met de fluiten van de regen die aanzet als een eskadron. Als in de stad je vreugde ontsprong met de lichten alle. God keurt de stad als een diamant zij brandt tussen Zijn vingeren.

Beide postkarren, zoowel die aankomt als die vertrekt, rijden 's nachts." "Maar hebt ge een geheelen dag werk om dit wiel te herstellen?" "Een dag, en wel een goeden!" "En zoo ge er twee werklieden aanzet?" "Al zette ik er tien aan." "Zoo men de spaken met touwen bond?" "Ja, de spaken, maar de naaf dan? Ook de velgen deugen niet." "Is in de stad een rijtuig-verhuurder?" "Neen."

Thomas Van Hake gelooft dat hij wel een groote domoor zou moeten zijn, als hij mis heeft gezien; en vurig hoopt hij dat Louises gang naar het doktershuis gezegend zal wezen. "Zoo, is dát nu de zaak Louisje-lief?" zegt Eva met kwalijk bedekten spijt: "Meenen sommige menschen dat ik den goeden dokter aanzet om hooger te vliegen dan wij kunnen ik gebruik je eigen woorden, je hoort het.