Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 30 april 2025


"Uwe trommelaars hebben hem onrustig gemaakt; mij in zijne nabijheid te weten, kan alleen hem bedaren. Ik ga den ongelukkige zijne boeien afdoen. Indien de heeren lust hebben om onzen armen Carabos te zien, zou ik hun aanraden tot morgen te wachten. Nu is hij te aangejaagd. Vaarwel, mijnbeeren: mijn plicht is daar, achter die deur." En zij verdween in de nevenkamer.

Zoo snel en met zulke blijde geestdrift had de fourier deze woorden gesproken, dat Frans hem in angstige verbaasdheid aanzag. Er kwam wel eenige aarzeling in zijn geloof, doch zijn wantrouwend hart bleef nog voor de minste hoop gesloten. "Uw twijfel doet mij pijn," hernam de fourier even aangejaagd. "Ik zal hem te niet doen. Luister.

Het is beslist; ik kan niet weten, of gij geheel gelijk hebt, maar met den schrik, dien gij mij hebt aangejaagd, zou ik nog niet plooien, al stond ik voor den koning zelven."

"Beloof ons ten minste dat gij ons geheim zult bewaren", zeide Isaac Van Reninghe. "Neen, neen", kreet Robrecht zeer aangejaagd, "integendeel, ik zal het openbaren! Uwe namen zal ik verzwijgen; maar vorst Karel doen verwittigen, daarvan weerhoudt mij niemand!" "Zijt gij dan een verrader? een verborgen vijand der Kerels?" vroeg Willem Van Wervick.

"Sta op!" zeide Dijk, voor het ledikant tredend, dat Lidewyde na André's vertrek weder opgezocht had. "Sta op, zeg ik u!" Zij was verkleumd geweest, en het beste middel, had zij gedacht, om van den schrik te bekomen, dien André's hartstogtelijkheid haar had aangejaagd, was geweest, zich in hare dekens te wikkelen.

"Ja, ja, die jongen verklapte het leelijk: de pottenschipper is de opkooper. Wacht maar, zij zullen mij niet ontsnappen..." Frans en Klaas gingen zwijgend verder. Het korte onderhoud met den veldwachter had hun eenigen schrik aangejaagd. Na een poosje zei Frans: "Stommerd! Jij had de heele zaak daar bijna verklapt." "Ja," zei Klaas angstig. "Maar ik geloof niet, dat hij het verstaan heeft.

Dan klopte haar hart, dan glinsterden hare oogen, en de blik, dien zij dan bij wijlen ten hemel wierp, was wel zeker een innig gebed van dankbaarheid. Vader Wildenslag en zijne zonen, alhoewel zij, door den honger aangejaagd, van de eene fabriek naar de andere liepen om arbeid te vinden, waren tot dan in hunne pogingen niet gelukt.

Woord Van De Dag

fabelland

Anderen Op Zoek