Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juni 2025
Deze kafés, letterlijk kooien, zijn kleine steenen gebouwen, zeer stevig gemetseld, welke weleer den prinsen der keizerlijke familie tot verblijf waren aangewezen: namelijk hun, aan wie de regeerende sultan bij zijne komst tot den troon genadiglijk het leven liet. Eene uitzondering, wat ten minste fraaiheid betreft, maakt hierop de fontein van het serail, welke op blz. 53 is afgebeeld.
Piazzi Smyth, die hem onder een glazen stolp in het officieel verblijf van den Koninklijken Sterrekundige voor Schotland bewaarde. Dit is de eenige bekende overgebleven deksteen. Hij is natuurlijk geschonden, maar de hoek is bevonden te zijn tusschen 51° 53' 15'' en 51° 49' 55'', en komt dus zeer nabij den typischen pi-hoek van 51° 51' 14''.
Daar derft de Raad des lands geen krachten, geenen moed, Tot wering van het kwaad, tot staving van het goed. De zon van het Gezag doet hare vruchtbre stralen Dáár van den hoogen trans, van haren hemel dalen . WILLEM VAN HAREN, Lof der Vrede, 's Hage 1742, 53, 59, 61.
De pisleiders loopen over de groote lendenspier, Plaat V No. 53, naar beneden tot in het kleine bekken en monden daar aan weerszijden onder aan de blaas in deze uit. De blaas is een zak, met vrij dikken spierwand, die in ledigen toestand achter de schaambeensvereeniging ligt, doch zoodra zij gevuld is, daarboven uitsteekt.
Het praedikaat dat liplappen en inlanders den Europeër geven, is: ongewasschen. Men zie hierover blz. 53 van "Nog eens Vryen-arbeid" en Idee 372. We gelyken hierin vry nauwkeurig op zekere inlanders, die zich niet kunnen voorstellen hoe 'n beschaafd mensch genoegen neemt met witte tanden. Tjies, selakoe andjing! zeggen ze, d.i. "foei, net als 'n hond!"
In diezelfde boekerij vond men een boek van Maria van Ogines (t.a.p. bl. 53), blijkbaar MARIA VAN OIGNIES. Het zal wel haar levensbeschrijving van de hand van THOMAS VAN CANTIMPR
Gij zijt een duivelbanner, dokter Knijp; Geef, beste heer, hem zijn verstand terug, En wat gij vordert, zal ik u betalen. LUCIANA. Och, och! wat ziet hij wild en grimmig rond! 53 COURTISANE. Ziet, hoe hij trilt en beeft van razernij! KNIJP. Geef mij uw hand en laat me uw pols eens voelen. ANTIPHOLUS VAN EPHESUS. Hier is mijn hand en dat uw oor die voel'!
De offeraar lei zijn hand op 't offerdier als symbool van de overdracht zijner zonden. Dan werd 't geslacht en verbrand. De opstijgende rook kondigde 't herstel der gemeenschap met God aan. Nu wist de recht-geloovige Israëliet wel, dat 't bloed van stieren en bokken niet zoude reinigen. Maar Jesaja 53 sprak van een ander offer. Daarop zag de geloovige.
Wij kunnen hier in geene verdere ontwikkeling treden, doch zullen voor dien het lust, de bronnen en navolgingen aanwijzen, waarin de historie dezer gebroeders beschreven staat, met derzelver verscheidenheden. Occo Scharlensis, Chronyck, op 't jaar 385 en 441; Furmerius, Annal. Phrisic. p. 124 en 144; Winsem. Chr. fol 43 en 47; Schot. Fr. Hist. fol. 39 en 53; F. Sjoerds, Jaarb.
»Groot is de vrees dat het overgroote meerendeel der passagiers, waarschijnlijk ongeveer negentig in getal en de bemanning uit 53 koppen bestaande, is verdronken. Reeds zijn 26 lijken aangespoeld of opgevischt: 21 van mannen en 4 van vrouwen en een van een jongetje van 5 jaar ongeveer.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek