Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juli 2025
In weerwil der hier na toegenomene vervolging en ondanks het staatsbesluit van 1638, waarbij aan alle priesters bevolen werd, binnen zes dagen uit deze provincie te vertrekken, bleven zij voortgaan, »om met groote cloeckheyt alle perijckelen te weerstaen en nae vermoghen zielen te winnen met Godts gratie."
De gevoelens van de Poolsche Godgeleerden LELIUS en FAUSTUS SOCINUS, in 1638 verbannen, welke het meest van de leer der Kerk afweken, waren bijzonder hunne ontkenning van het leerstuk der Drieëenheid en der Erfzonde en twijfelingen omtrent de godgelijkheid des Heeren.
Behalve dien heb ik nog verscheidene notabele handwerken gedaan in hout en steen, in koper, in ivoor en metaal, hetwelk te lang zou wezen om alles te verhalen." Dit schreef hij toen hij 74 jaren oud was. Dat hij elf jaren vroeger nog heel wel met de pen kon omgaan, blijkt uit onderstaand fac simile van eene door hem in den jare 1638 vervaardigde teekening.
Eene frissche, geheel katholieke kleur ligt er verspreid over 't grafschrift, waarin de katholieke rechtsgeleerde C. G. Plemp, in 1638, aldus sprekend door Vondel wordt ingevoerd: Doch boven Poezy en snaar Omhelsde ik ijvrig 't Roomsch autaar, En hing, om staat, noch snood genot, Mijn hart aan niemand dan aan God En Jezus' nimmer feilbre stem. Hier rust nu Plemp: ay, bid voor hem!
In den jaare 1638, als het leger van den Prins voor de Graaf lag, en Graaf Hendrik naar 't huis te Gennip, om het zelve te bezichtigen, gezonden was, gebeurde het dat zyn paard op zekere plaats achteruit deinsde, en in een bedekte put tot op den grond nederschoot; maar Graaf Hendrik zulks voelende, in aller haast zyn voeten uit de beugels van de stegelreep rukkende, viel achter over de gemelde put heenen; buiten welke val hy elendig had moeten omkomen en versmooren.
Dit verklaart althans Pater WILLEBRORDUS VAN DER HEIJDEN, die een verhaal heeft geschreven van de pogingen, welke de zendelingen der Jezuiten van 1593 tot 1638 in Friesland hebben aangewend, om de Roomsche eeredienst, welke bij de staatsomwenteling was te niet gegaan, zoo veel mogelijk weder op te beuren en te herstellen, waartoe hij zelf gedurende elf jaren ijverig medewerkte . Wij noemen dit eene opmerkelijke verklaring, omdat zij van die zijde dit bekende feit bevestigt, en het bewijs levert, dat de latere Katholijken in dit gewest niet de Katholijken waren van vóór 1580, maar of vreemden of latere afvalligen van de eens aangenomene hervorming.
Deze druk is zo goed als zonder drukfouten. In de noten is een enkele maal aangehaald de Octavo uitgave, de tweede druk van den Trouringh, van 1638. In deze ontbreken de proza-aenmerckingen. De belangrijkste varianten uit de folio-drukken van "Alle de wercken", voor zover zij tijdens Cats-zijn leven nog verschenen, zijn aangetekend. Niet genoteerd zijn de variante lezingen uit latere drukken.
Hunne gastvrijheid omtrent de vreemdelingen is ook niet beroemd; en zelfs een Languedoc's spreekwoord, doet den ongezelligen aard van die van Montpellier kennen . Deze Stad is thans de Hoofdplaats van het Departement de l'Hérault; zij is de geboorteplaats van verscheidene mannen van naam, zoo als de in de Natuurlijke Historie der Visschen ervaren, Guillaume Rondelet, die 'er in 1507 geboren werd; Pierre Magnol, kruidkundige, in 1638; Louis Bertrand Castel, wiskunstenaar, in 1688; de bekende Tooneeldichter Brueijs, van wien wij ook eenige stukken in het Hollandsch overgezet hebben , en meêr anderen.
In 1638 werd een dezer Vogels levend in Engeland vertoond, ruim een tiental jaren vroeger was dit in Holland gebeurd. Bontius, een Hollandsch geneesheer, die van 1627 tot 1658 te Batavia woonde, heeft de beste afbeelding en beschrijving van de Dronte gegeven. Lang bleef de gelegenheid tot het aanvullen van deze berichten niet bestaan, daar reeds in 1679 het weerlooze dier volkomen uitgeroeid was.
Den 8sten April 1638 wendden de Staten van Utrecht zich tot de theologische faculteit, toen bestaande uit Gisbertus Voetius en Meinardus Schotanus, met de vraag: »of iemand mag trouwen met de dochter der zuster der overleden huisvrouw?« Dezelfde vraag legden zij voor aan de juridische faculteit, aan vier advocaten en aan de gereformeerde predikanten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek