Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juni 2025
F. W. J. G. Snijder van Wissenkerke, directeur van het Bureau voor den industrieelen eigendom, Mr. L. J. Plemp van Duiveland, hoofdredacteur van de Nieuwe Courant, Herman Robbers, bestuurslid van de Vereeniging van Letterkundigen en W. P. van Stockum, uitgever.
Afd. Letterkunde 3de reeks, 12de deel pp. 5 sqq. Mr. L. J. Plemp van Duiveland, Nederland en de Berner Conventie, de Gids 1896 III pp. 385 sqq. N. de Ridder, Eenige beschouwingen over kopierecht, Proefschr. Utrecht 1875. Herman Robbers, Aansluiting bij de Berner Conventie, Pro en Contra serie I no. 10. De Berner Conventie, te Berlijn herzien, de Gids 1908 IV pp. 541 sqq.
Eene frissche, geheel katholieke kleur ligt er verspreid over 't grafschrift, waarin de katholieke rechtsgeleerde C. G. Plemp, in 1638, aldus sprekend door Vondel wordt ingevoerd: Doch boven Poezy en snaar Omhelsde ik ijvrig 't Roomsch autaar, En hing, om staat, noch snood genot, Mijn hart aan niemand dan aan God En Jezus' nimmer feilbre stem. Hier rust nu Plemp: ay, bid voor hem!
Op zedigen toon, maar zonder aarzeling, geeft de jongeling de verlangde inlichtingen, ja treedt daarbij in bijzonderheden, die genoeg bewijzen, dat hij aan een goed geheugen een helder doorzicht paart en den sluier weet op te lichten, waaronder de diplomatie haar geheimen zoekt te verbergen; nauwelijks heeft hij aan de weetgierigheid van den Burgemeester voldaan of Plemp klampt hem aan boord, om over een paar onlangs verschenen emendaties op Virgilius te spreken en Pieter Corneliszoon Hooft, zijn slag waarnemende, duwt hem een dichtgevouwen papier in de hand en bijt hem in 't oor: "ziehier het sonnet, waar ik u over gesproken heb.
Het rustig schouwspel, dat een breede, uitgestrekte watervlakte biedt, is in vreemde tegenspraak met de voortdurende rusteloosheid van dit tooneel. Overal ziet men beweging: duwen, trekken, schuiven, snellen; overal hoort men dat brommende, gonzende, onbestemde, benauwende geluid." Met deze woorden schetst Plemp van Duiveland de indrukken, door de Rotterdamsche Boompjes teweeggebracht.
En in een naschrift, naar aanleiding van eene repliek van den heer Plemp van Duiveland aan het opstel toegevoegd, wordt dit nog eens, met een beroep op het feit, dat ook onze wet alleen den vorm beschermt, herhaald: "Wij waren het er immers over eens, niet waar, dat onze wet den vorm alleen beschermt?
Een ander Roomschgezinde, de Haagsche Advocaat Gysbert Corneliszoon Plemp, staat wat verder, in levendig gesprek gewikkeld met de schoone en lieftallige kasteleines van Muiden, Christina Van Erp: en zij herinnert hem, hoe hij ook hare bruiloft met den Drossaard bijgewoond en met een gedicht heeft opgeluisterd: jammer maar, denkt zij er bij, dat het in 't Latijn was.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek