Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 juli 2025


De treffelijke stoet die langzaam over de brug kwam, bestond uit de volgende heren en vrouwen: vooraan reed de tachtigjarige Gwyde , Graaf van Vlaanderen, op een bruine draver. Zijn gelaat droeg het kenmerk ener zalige onderwerping en stille droefheid; door ouderdom en rampspoed neergedrukt, hing zijn hoofd zwaar voorover, zijn wangen waren door lange rimpels verdiept.

Het was een halssnoer van de fijnste paarlen, en met gouden haken versierd. "Daar," sprak hij, "ik zet deze paarlen tegen hetgeen gij van mij gewonnen hebt het schoonste halssnoer dat ooit op de borst ener Vlaamse Vrouw geblonken heeft! Zo ik ditmaal nog verlies, blijft mij geen haar van de buit over." De Breton nam het juweel in de hand en bezag het nauwkeuriglijk.

Nu zit hij op uw stille graven, als een verworpen mens te zuchten nu vlieten tranen van onmacht als uit het oog ener zwakke vrouw over zijn wangen....." De ridder stond eensklaps op en trok het voorstuk van zijn helm met haast over zijn aanzicht, hij keerde zich naar de baan en scheen aandachtiglijk op iets te luisteren. Een gerucht, als de stappen van paarden, deed zich in de verte horen.

Machteld liet zich hijgend in een zetel neerzinken; de onsteltenis ener zedige schaamte blonk op haar wangen. Niet dat zij zich als plichtig aan een zondig bedrijf erkende, want haar hart was zuiver, maar de uitdrukking van Adolfs gelaatstrekken en zijn gloeiende woorden hadden haar iets gezegd dat haar fel geschokt had.

Enige tijd bleef hij als beweegloos op zijn vlerken hangen en zocht met zijn doordringende ogen naar het bedoelde wild. Weldra zag hij de snep in de verte vliegen. Sneller dan een steen die valt, daalde de valk op de arme vogel en neep hem in zijn scherpe klauwen te pletter. "Ziet gij, Mijnheer De Valois?" riep Machteld met vreugde. "Ziet gij dat de hand ener vrouw ook wel valken kan africhten?

Dit smartvol gedacht foltert de tedere vader, en zijn gevangenis wordt hem ondragelijk: de bitterste wanhoop vervult zijn ziel, en de dagen zijns levens zijn pijnlijker dan de dagen ener gedoemde ziel." Adolf wilde zijn medelijden door woorden te kennen geven en zou gewis van Machteld gesproken hebben, maar een dwingend teken van de monnik doofde de stem op zijn lippen.

Hoe machtig zijt gij toch tegen het gebed ener zwakke vrouw! Adolf! Adolf! Ik had meer genegenheid van u te verwachten." Adolf stond verslagen voor haar en antwoordde niet. Dan veranderde zij van toon en ging voort: "Mijn vriend, verdrijf toch mijn twijfel. Ik zal u zo dankbaar zijn." De Jonkvrouw had bij deze woorden zulke smekende houding, dat Adolf het niet langer kon uithouden.

Dwars door de gesloten deuren en vensters van een vertrek komt op eens een wonderschone knaap, die ook op die zelfde wijze weer verdwijnt; een stem verklaart dat hij die dit wonder gezien heeft zich nu ook niet meer er over verbazen mag dat Jesus uit het lichaam ener maagd geboren kon worden.

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek