United States or Liberia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Uit zijn zelfverbijstering werd hij wakker geschud door een hartelik: »Goede morgen, Pieter! Ik vernam van de poortwacht, dat je naar de voorpost was gegaan, en nu vind ik je hier in gepeins verzonken. Ik vertrouw dat ik je niet stoor." Het was Maritz die sprak, de tred van wiens paard, door het welige gras verdoofd, door de peinzende Uijs niet gehoord was.

"Welnu! waar wacht gij op?" vroeg de man, wien de uitdaging gold, aan den voerman, die met wijd opgespalkte oogen dit tooneel stond aan te gapen: "Span in, en stoor u niet aan de praat van dien dronken lap daar." "Dronke lap! ik dronken!" brulde Andries, wiens woede nu ten top was gestegen: "wacht! ik zelje leeren!"

Een oogenblik lang trokken zij samen, zoodat zich aan de hoeken kleine plooitjes vormden. Daarna keken zij onverschillig rond. Hij groette en boog als iemand die beleefd wil zijn, maar allerminst zijn besef van hoogheid prijs wil geven, en vroeg: Zijt gij de Effendi, die mij wenschte te spreken? Ja. Neem mij niet kwalijk, dat ik u stoor, en ga zitten. Neem mij niet kwalijk, dat ik blijf staan.

Het duurde vrij lang, eer hij eenig antwoord kreeg; en het bescheid, toen het eindelijk kwam, was ongunstig. "Ga voorbij, wie gij ook zijn moogt," klonk het antwoord, uitgesproken met een diepe, schorre stem binnen in de hut, "en stoor den dienaar van God en van den heiligen Dunstan niet in zijn avondgebed."

De stroom van wandelaars draaide zonder ophouden voor haar blikken voort, en het duizelde haar een weinig, zoodat zij een enkele maal niet teruggroette. Eline, waarom groet je niet....? Zie dan toch, mevrouw Van der Stoor en Cateautje! fluisterde Betsy berispend. Eline zocht met haar blik en knikte zoo lief mogelijk, toen Vincent Vere en Paul Van Raat hen kwamen aanspreken.

Stoor je niet aan dat geleuter over Sint Nikolaas, d'r komt toch niets van terecht, want als 't zoo door blijft waaien, ligt morgen de heele boel voor mirakel asjeblieft ik speel gasco.... De kwartiermeester kijkt even in de deuropening en vraagt met een klein glimlachje op zijn verweerd gezicht: Kernèl!

Vergunt ge mij met u mee te loopen, of stoor ik de ontwikkeling van het plan?" "Er is geen plan, en zooals gij zooeven gezegd hebt, het strand is voor iedereen vrij," antwoordde Beatrice wrevelig. Zij liepen een eindweegs voort, en toen sprak hij op een anderen toon doelende op hetgeen hij aan het hek van het kerkhof had gehoord.

La Flèche kwam aan zijn meester een vizietkaartje overreiken. Ga-je weg? vroeg Pacôme. Hij werd dadelijk daarop zoo bleek en seffens nadien zoo blauw-rood, dat du Bessy naar hem toesnelde en hem bij de armen vatte. Pacôme had het vizietkaartje laten vallen. 't Is al over, sprak hij heesch, wanneer zie ik u? Stoor u niet aan me. Mag ik u morgen verwachten? Best. La Flèche zal u uitgeleide doen.

Maar de jongen lachte en zei vriendelijk, hoewel hij wat verlegen keek: "Stoor je niet aan mij maar blijf als je'r lust in hebt." "Hinder ik je niet?" "Volstrekt niet; ik kwam alleen hier omdat ik niet veel menschen ken, en mij in het eerst nogal vreemd voel." "Ik ook. Ga als 't je blieft niet weg, of je moest liever willen."

Hij kon slechts een vrouwelijk wezen onderscheiden, en daar hij dacht, dat het een van die tijdelijke veroveringen van zijn vriend was, wilde hij zich uit discretie verwijderen. "Stoor ik jullie?" vroeg Mimi, die op den drempel was blijven staan. Bij het hooren van die stem viel Rodolphe, als door den bliksem getroffen, op zijn stoel neer.