United States or São Tomé and Príncipe ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het is bekend, dat men ook aan Paarden en Olifanten hetzelfde of iets dergelijks kan leeren. "Twee eigenschappen van den Poedel moeten bovendien nog genoemd worden: zijn zucht tot nabootsing en zijn eergevoel, d. w. z. zijn ijdelheid. Altijd kijkt hij zijn meester aan, altijd gaat hij na, wat deze doet, altijd wil hij hem van dienst zijn.

Nee, veel zeggen deed 't niet: Else soupeerde natuurlijk met Han, en Frieda was niets voor hem, zoo strak en sterk, die zou 'm zeker, net als Gerard, "geen kerel" vinden; Frieda was echt 'n meisje om te studeeren, zoo helder en rustig, zoo eenvoudig-verstandig altijd. "Had-je liever ergens anders willen zitten?" vroeg Eduard zacht. "Nee, waarom?" "Je kijkt zoo rond en je bent zoo stil.

En Guy denkt, terwijl hij naar de Schelde kijkt, die verlicht is door de maan: "Veilig, behalve voor mij." Want hij ziet in het Kromvliet, vlak bij de Zuid-Bevelandsche kust, de masten van de Dover Lass en in zijn hoofd rijpt een plan, volgens hetwelk hij Hermoine de Alva aan haar woord wil houden en haar de zijne wil maken.

Als ge soms tegen den avond door de Santo Cristo-straat wandelt zult ge in den winkel van een Chinees een geel, mager, krom mannetje zien zitten, met holle en slaperige oogen, en vuilkleurige lippen en nagels, die naar de menschen kijkt, alsof hij ze niet zag. Tegen den nacht zult ge hem met moeite zien opstaan.

Nu en dan klautert de voorzichtige leidsman tot in den top van een boom, en kijkt van daar zorgvuldig rond; als de uitkomst van zijn onderzoek gunstig is, geeft hij dit door geruststellende keelklanken aan zijne onderdanen te kennen, zoo niet, dan verneemt men zijn waarschuwende stem.

Een jonge boer met het ronde hoedje en het vest met metalen knoopen, komt binnen. Het oudste meisje keert zich blozend om. Hij kijkt naar zijn oom, want hij is, schijnt het, een neef, die zoo twee van de drie avonden den dronken man komt halen.

Ook heeft die kerk de bijzonderheid, dat ze met haar rug tegen de barre rots is aangebouwd, die vijftienhonderd voet hoog is. Als hij tusschen de twee torens van de oude kathedraal door kijkt, kan de reiziger een kapelletje ontdekken halfweg de rots. Midden in de stad is nog een kerk, een zonderling gebouw, dat zelfs ouder moet wezen dan de kathedraal.

Het vogeltje komt er uit en kijkt naar het brood. »Héla! mijn zoon, ben jij; daarzegt de vader. Maar de leermeester zei: »dat heeft je de duivel ingegeven, hoe kun je anders je zoon kennen?« »Vader laat ons gaanzegt de jongen. De vader gaat met zijn zoon weer naar huis. Onderweg komt er een koets aangereden.

Nu ben ik zoo bang, dat ik hem niet ken, en dan weet ik niet waar ik het geld vandaan moet halenToen zei het manneke, hij zou een korstje brood meenemen, en onder den schoorsteen gaan staan: »daar staat een mandje, daar kijkt een vogeltje uit, en dat is je zoonToen gaat Jan heen, en gooit een korstje rogge-brood voor het mandje.

"Don Crisóstomo," zeide hij, "bent u dan toch eindelijk gekomen. We wachtten u allen. Kijkt u 's, hoe de muren zijn: ze zijn al één meter tien hoog, binnen twee dagen zijn ze op manshoogte. Ik heb alleen maar de beste houtsoorten gebruikt. Wenscht u de kelder-verdieping te zien?" De werklieden groetten eerbiedig.