United States or Bahrain ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Dat had ik juist al gedacht, dat zij dien noodig zou hebben." zegt Smit: "en zoo had ik den Japanschen rok uitgetrokken en de plunje aangeschoten, waar ik t' avond mee op wacht denk te gaan, om eens naar de Juffrouw heen te kuieren. Ga dan gerust weer naar haar toe: ik zal er misschien zoo gauw zijn als jij." "Maar wil Sinjeur ook niet door de tuinen gaan?" vraagt Aagje.

Na het middagmaal riep ik Suzanna ter zijde: "wel!" vroeg ik: "zijt gij iets te weten gekomen?" "Ja voorzeker!" antwoordde zij: "ik heb schoone dingen van u gehoord, Sinjeur! waarlijk, mijn vriendschap voor u heeft mij een zotte rol laten spelen." "Namelijk!"

"Mot je ook niet wat hebben, Sinjeur!" vroeg Klaas, Weinstübe schuddende: "of ben je er vies van?" Weinstübe poogde op te staan; maar nauwelijks had hij zich half opgericht, of het vaartuig onderging zulk een schok, dat hij weder achterover tuimelde; terwijl Klaas, onder den uitroep van: "God help ons! het anker:" de kajuit uitvloog. Reynhove en ik snelden hem na.

Ik ben dan eergisteren by den Heer Helmers geweest; zo als ik tegen u zei, dat ik doen zou. Hy woont daar als een klein Prinsje, hoor! Ik dagt: kom! myn Blesje moet ook eens met baas uit; zie, 't beest is my zo lief als myn Snap, zo als het ook wel merken kan. Daar kwam ik als een hele Sinjeur de Plaats opryen, maakte myn paard aan een boom vast, en ging met Snap naar het huis. Ik.

Denkt men bij de lezing van Ivanhoe aan de beide laatsten, dan schijnt bij Oltmans de belegering van Loevestein eene verre navolging te leveren der belegering van Torquilstone, den geduchten burcht van Front-de-Boeuf, en bij Schimmel de heks op den toren van het Stichtsche kasteel aan het slot der eerste afdeeling van Sinjeur Semeyns, eenigermate te herinneren aan Ulrica, de Saksische heks, op de torens van Torquilstone luid juichend over den door haar gestichten brand.

"Ja!" zeide hij: "ik weet van het geval niets anders te vertellen, als dat, toen ik er met Sinjeur Helding bijkwam, wij Sandertje achterover op den grond zagen liggen, alsof hij zonshoogte nemen wou, en den Heer Blaek, dwars over hem heen, terwijl de Patroon er bijstond, als iemand die geen raad weet. Maar dat hij part of deel aan het geval zou hebben, dat kan ik op al de wereld niet begrijpen."

't Is om nooit te vergeten. "Van uw zoon?" herhaalt Pancras, verbaasd: "Sinjeur Uilenburg, is dat geloofbaar?" "Ja Edel Achtbare!" antwoordt deze: "als de man het zelf erkent!.... ik zou het trouwens bij nauwlettender onderzoek wel gemerkt hebben. Mijne oogen worden er niet beter op met de jaren, en zoo meende ik, bij den eersten opslag, dat ik een Wouwerman vóór mij had.

"Wat is dat, vader?" riep Joan, achteruitspringende met een kleur als bloed. "Waaraan heb ik dat verdiend?" "Vraag je dat nog, onbeschaamde huichelaar?" snauwde hem de verstoorde Heer van Sonheuvel toe: "ik heb schoone berichten van u ontvangen, sinjeur!" "Ik begrijp er niets van, vader!" zeide Joan; "ik weet niet, wat ik gedaan heb, om een dusdanige behandeling te veroorzaken."

Die zaak is geäpaiseerd omdat het waren jongelieden van den fatsoenlijksten stand, en dat een van hen is geweest royaal genoeg om te geven een goede som gelds. Maar deze Sinjeur Blaek, die eigenlijk was het meest coupabel, heeft niets van zich doen hooren, en dacht, dat niemand hem had verklapt. Nu heb ik hem gegeven te kennen, dat ik die affaire wist, haarklein."

"En dit, Sinjeur Uilenburg?" vraagt Pancras, op een klein schilderijtje wijzende, dat een paard voorstelt bij eene herberg: "dat is toch stellig niet van dezelfde hand." Men lette op het Sinjeur.