United States or Suriname ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ivanhoe ging de trappen af, sneller en gemakkelijker dan men wegens zijne wond zou verwacht hebben, en wierp zich op het paard, begeerig om den Prior te ontgaan, die hem van zoo nabij volgde, als zijne jaren en zijn zwaarlijvigheid hem vergunden, nu eens den lof van Malkin uitbazuinende, en dan weder den ridder voorzichtigheid met het paard aanbevelende.

Ridder Reginald Front-de-Boeuf," zei hij, zich tot dien edele wendende, "ik vertrouw, dat gij de schoone heerlijkheid Ivanhoe zóó zult weten te behouden, dat Wilfrid zich zijns vaders ongenoegen niet op den hals zal halen, door ze terug te krijgen!"

Een vrouw in nood, 'n dame ze heette Laps, godbetert! wat anders kon daarop volgen, dan: Ce sera moi, Nassau! en..: God laat die moordenaars maar begaan... ik niet! Ik, Wouter! Ivanhoe was-i gewis dien dag niet geweest... helaas!

Walter Scott voltooide zijn Ivanhoe in 1819, tijdens zijn 48ste levensjaar, terwijl hij aan een sleepende ongesteldheid leed, en een groot deel van dezen roman moest dicteeren. In Engeland overtrof de bijval, aan Ivanhoe geschonken, al wat vroeger tot lof zijner voorafgaande kunstwerken gezegd was.

Hedwig en Tieka bleven spoedig een weinig achter en bekeken op haar gemak wat haar het meest aantrok, zeer onder den indruk van het feit dat zij liepen door de kamers, waar de schrijver van Ivanhoe "met het bruine haar en de lichtgrijze dichteroogen", zooveel gedacht en gewerkt en genoten had.

Evenwel zou het moeielijk te beslissen zijn, of de herinnering aan Rebekka's schoonheid en grootmoedigheid Ivanhoe niet al te dikwijls in de gedachte kwam, dan dat de schoone afstammeling van Alfred het goedgekeurd zou hebben.

Ivanhoe maakte een kruis, en zei gebeden op in het Saksisch-Latijn, of Normandisch-Fransch, zooals ze hem voor den geest kwamen, terwijl Richard beurtelings "Benedicite!" riep en "Mort de ma vie!" vloekte.

Nauwelijks was de naam van Ivanhoe uitgesproken, of hij vloog van mond tot mond met al de snelheid, welke belangstelling, door de nieuwsgierigheid geprikkeld, er aan geven kon. Het duurde ook niet lang, eer deze tijding den kring van den Prins bereikte, wiens gelaat bij dit nieuws eene sombere uitdrukking aannam.

Thans echter schiet mij te binnen, dat gij ook een verrader zijt," zei Richard, glimlachende, "een oproerige verrader; want heb ik u geen stellig bevel gegeven om in de Abdij van St. Botolph te blijven uitrusten, tot uwe wonde genezen was?" "Ze is al genezen," antwoordde Ivanhoe; "ze was niet dieper dan het vel.

Kon mijn geringe borgtocht eenige meerdere waarde geven aan het onschatbare woord van den heiligen pelgrim, zoo zou ik naam en eer verpanden, dat Ivanhoe dezen trotschen ridder de gevraagde voldoening geeft." Een menigte tegenstrijdige gevoelens scheen gedurende dit gesprek Cedric vervuld en zwijgende gehouden te hebben.