United States or Faroe Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Sinds eenige jaren met Anna Margareta, Gravinne van Manderscheid, gehuwd, zag hij zijn echt gezegend met twee knaapjes, waarvan het oudste bij den aanvang dezer geschiedenis zeven en het jongste ongeveer twee jaren bereikt had. Een geheel anderen aard als de Bergsche Graaf bezat de Heer van Sonheuvel.

Hij was bezig den achtersten der voetgangers in oogenschouw te nemen en zag hem zóó strak aan, dat deze verlegen begon te worden en het gelaat afwendde. "Zoo ik mij niet bedrieg," vroeg eindelijk de heer van Sonheuvel aan den onbekende, "heb ik u laatstleden Zondag in 's-Hage gezien bij het uitgaan der kerk, toen Ds. Uyttenbogaert gepreekt had."

Zijn gesprek, zijn toon, zijn ronde en te gelijk hoffelijke manieren behaagden den Heer van Sonheuvel evenzeer als het voorstel dat hij deed, hetwelk ook vele schoone zijden had, en zoover men gissen of nagaan kon, niet ééne slechte.

"Mijnheer Van Sonheuvel!" riep deze: "ik ben zoo vrij geweest, mij bij Mevrouw de Gravin te laten aanmelden, om haar zoowel als UEd. te vragen, of UEd. ook kennis dragen aan eenige voorwerpen, gevonden bij zekeren jongeling, onder den naam van Joan door UEd., Heer Baron, op den huize Sonheuvel grootgebracht." Dit zeggende leide hij een pak op de tafel en opende het.

Dat wist ik niet.... dat geloof ik ook niet, Zoo Pater.... zoo Van Dyk hier ware, hij zou u meer kunnen vertellen.... nu, hij zal spoedig hier zijn! vindice nodus, zooals mijn leermeester te Salamanca zeide." "Daar twijfel ik aan: zoo hij den knoop ontwarren moet, vrees ik dat de zaak eeuwig geheimzinnig blijven zal; want hij zit op het slot te Sonheuvel gevangen."

"Ik herleef, nu ik u wederzie," zeide Joan: "gij althans kunt getuigen, dat mijn vertrek van Sonheuvel mij door mijn plicht werd voorgeschreven."

Botbergen zag beangst in 't rond; doch zijn gelaat helderde spoedig op, dewijl al de gasten, ziende dat de Heer van Sonheuvel zelf zijn zoon niet verdedigen wilde, geen partij voor hem begrepen te moeten trekken.

De laatste Prior van de Dominicaners was, gelijk men mij wel verteld heit, van de namaôgschap van den Heer van Sonheuvel." "Van den heer van Sonheuvel?.... zou het mogelijk wezen, dat.... maar neen!...." en de reiziger verzonk in diep gepeins.

"Joan van Reede tot Sonheuvel, en mijn vader is Heer van dit dorp: ginds achter de boomen ziet gij ons kasteel. Vergun mij u daar te brengen: gij zult mijn vader veel genoegen doen.... en verder zult gij van avond toch niet willen reizen."

Een leermeester, wiens lessen den knaap beter aanstonden, en wien hij meer eer aandeed, was Bouke, die voorheen den Baron als lijfknecht gediend had, en thans, nu de Heer van Sonheuvel sedert het sluiten van het twaalfjarig bestand zijn tijd onafgebroken op zijn kasteel doorbracht, de ambten van kamerdienaar, jager, visscher, valkenier en nog eenige andere cumuleerde.