United States or Laos ? Vote for the TOP Country of the Week !


Bereid jij Maria erop voor, dat ze binnenkort gaat trouwen." Tante Isabel keek hem ontsteld aan. "Je zult 's zien! Wanneer meneer Linares mijn schoonzoon is, gaan we in alle paleizen in en uit. Ze zullen jaloersch op ons wezen, ze zullen 't allemaal besterven van nijd!"

Het stof van den weg, vermengd met het rijstpoeder op haar wangen, schenen haar rimpels te hebben vermeerderd. Evenals eertijds te Manila leidde ze nu ook haar manke man aan den arm. "Ik heb 't genoegen u voor te stellen onzen neef Don Alfonso Linares de Espadaña!" zeide Doña Victorina, op het jongemensch wijzende.

De muziek ging voort met haar vroolijke walsen. Het gelach en het geroezemoes der gesprekken drongen in de slaapkamer door. Verscheidene malen kwamen haar vader, tante Isabel, Doña Victorina en Linares aan haar deur kloppen, maar Maria Clara verroerde zich niet: een gereutel ontsnapte aan haar borst. Uren gingen zoo voorbij. De vroolijkheid van den maaltijd hield op. Men hoorde dansen, zingen.

"Maar, pater," waagde Linares schuchter tegen te werpen, "u moet nu niet gelooven dat ze in doodsgevaar is." "Maakt u maar niets ongerust!" antwoordde hij, zonder hem aan te kijken, "ik weet heel goed wat ik doe. Ik ben al bij heel wat zieken geweest. Bovendien moet zij maar zelf zeggen, of ze de heilige communie wil doen, en u zult zien dat ze in alles toestemt."

Toen dit juist plaats had, kwam Capitán Tiago van de hanegevechten thuis. Hij was bedroefd en zuchtte: hij had zijn lasak verloren, zijn wit-en-roode haan. Doña Victorina gaf hem geen tijd om uit te blazen. In weinig woorden en met veel gescheld erin vertelde ze hem al wat er gebeurd was, natuurlijk zichzelf in een gunstig daglicht plaatsend. "Linares zal hem gaan uitdagen, hoort u?

Linares was nog niet gekomen, want als persoon van gewicht, moest hij later komen dan de anderen: er zijn wezens die zoo ingebeeld zijn, dat ze met een uur te laat bij allen toch groote mannen blijven. In de groep der vrouwen was Maria Clara het voorwerp van praatjes. "Phu!" zei een jongmeisje, "aardig trotsch..."

Jij blijft hier, om hem uit te dagen, of anders zeg ik aan Santiago dat het alles leugen is wat je hem verteld hebt, dan zeg ik hem..." "Maar, Doña Victorina, Doña Victorina!" viel Linares haar bleek in de rede, terwijl hij op haar toetrad, "bedaart u toch. Doet u me niet herinneren, dat..." en hij zeide er zachtjes bij: "niet onvoorzichtig zijn, vooral nu niet."

Toen men bezig was het tweede ontbijt te gebruiken, kwam Padre Salvi, en het echtpaar, dat hem reeds kende, stelde hem den jongen Linares met al zijn titels voor, zoodat deze bloosde. Men sprak natuurlijk over Maria Clara. Het jongemeisje rustte en sliep. Men sprak over de reis.

"Padre Dámaso heeft het druk... Pak je weg," gelastte de pastoor nogmaals op strengen toon. Lucas ging mopperend de trappen af. "Nou, dat 's er ook een...als hij 's niet goed betaalt..." "Die 't beste betaalt..." Op 't schreeuwen van den pastoor was iedereen komen toeloopen, zelfs Padre Dámaso, Capitán Tiago en Linares.

Ibarra keek Linares van hoofd tot voeten aan, een blik die het verlegen jongemensch met trots doorstond. "Wel, ik merk dat mijn komst niet verwacht werd," hervatte hij langzaam. "Maria, neem me niet kwalijk dat ik me niet heb laten aandienen. Op een anderen dag zal ik je uitleg kunnen geven van mijn gedrag...we zien elkaar nog... stellig." Deze laatste woorden vergezeld van een blik naar Linares.