United States or Bosnia and Herzegovina ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij verschijnt veel vroeger dan zijn stamgenoot, de Gierzwaluw, aan de zuidkust van de Middellandsche Zee, reeds omstreeks het midden van Februari in Syrië, tegen het einde van Maart in Griekenland, niet veel later ook in Zwitserland, waar het tijdstip van zijn komst afhangt van de weersgesteldheid tusschen het einde van Maart en het midden van April.

Niemand zag naar heur om, en 't leek wel alsof het niet gebeurde. Zij ging, en 't was al niet meer gebeurd. Tusschen deze drie wezens, waar de komst van mijnheer Chanteraine stilaan de lauwte van eene zonderlinge onverschilligheid had gebracht, behield mijnheer du Bessy toch, als teere snoerkens, de banden van een natuurlijke genegenheid.

De gastheer, verwittigd van mijn komst, zei tot het gezelschap: "'t Is niets heeren, mijn meester is thuisgekomen, maar dat behoeft ons niet te storen. Ik heb hem maar een paar woorden te zeggen en ben dan weer terug." "Wat is dat voor een leven? Wat voor soort menschen is het, dat ge daar beneden onthaalt? Zijn het dichters?" vroeg ik.

De beenhouwers vielen opnieuw in een schaterende lach uit; zij verstonden dat hun Deken wilde te kennen geven dat de Gentenaren schapen waren. "En ik weet niet," ging Breydel voort, "waarom Mijnheer Gwyde om hun komst wenst; er is niet teveel nooddruft in het leger om nog meer eters tot de maaltijd te roepen. Denkt de Veldheer dat wij het spel zullen verliezen?

Daar zij verrast waren over mijn komst, deelde ik spoedig het doel van mijn reis mede, en al pratende kwam ik tot de overtuiging hier een paar jonge menschen voor me te hebben, die met weinig ervaring, in gelukkigen overmoed van de jeugd naar Indië waren gegaan, droomende van prachtige vooruitzichten en vertrouwende op beloften, die niet altijd werden of konden worden vervuld.

By de te rug komst der Commissarissen, wierden de bedongene geschenken aan de Negers van de Jocka-Kreek afgezonden; en het geen merkwaardig is, de geen, dien men met het overbrengen van dezelve belastte, was die zelfde MEIJER, die, schoon aan het hoofd van zes honderd mannen, zoo soldaaten als slaaven, gesteld zynde, hen niet had durven bestryden.

En daar hebt ge ons nooit iets van gezegd? vroeg Cornelia. Al dien tijd hebt ge dat stil gehouden? Moederlief, het heeft mij moeite genoeg gekost, maar ik wilde er u mede verrassen en u er niet achter laten komen dat wij zoo rijk waren vóór onze komst in Frankrijk. Kijk nu zoo'n jongen eens aan! riep Cascabel. Mijnheer Sergius, wat zegt ge daarvan? Dat fortuintje komt nu eens goed te pas.

Na eenige oogenblikken zwijgens, daar ik hem niet durfde ondervragen, hervatte hij het gesprek, zeggende: "Ik dacht er aan. Sedert onze komst te Stapi heb ik mij ernstig bezig gehouden met de gewichtige vraag, die gij mij daar voorlegt; want wij moeten niet als onbezonnenen handelen." "Neen!" antwoordde ik met nadruk.

Doch deze is reeds gewaarschuwd en komt ons een bezoek brengen. Hij weet wie wij zijn, en wat we van hem verlangen. Het vereischte aantal paarden en kameelen zal hij ons dan ook verschaffen. Maar hij is wat teruggetrokken en op een afstand, en schijnt zich niet te verheugen over onze komst, zooals onze vriend, de chirtaï. De prins en ik gaan den volgenden dag zijn bezoek beantwoorden.

Langs een smallen, glibberigen weg, half door de overhangende rotsen overschaduwd, bereiken wij, niet zonder een paar keer uitgegleden te zijn, de eerste huizen van het dorp. Onze komst heeft de gansche bevolking op de been gebracht en weldra zijn wij door eene menigte inboorlingen omringd.