United States or Central African Republic ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ho wat, Pietje!" riep de gehate stuurman nu weder, terwijl Koosje lachte, Christien proestte, Amelie een klein gilletje gaf. "Ho wat, Pietje! je moet er den gek niet mee gaan steken, man; we zouen zoo wel reis naar den grond kunnen tollen." Pieter wenschte van harte, dat Dolf onmiddellijk in 't water gevallen en naar den grond getold ware.

Tante knipte een traan weg; mejuffrouw Van Naslaan knikte twee-, driemaal met het hoofd. Koosje hield haar adem in en zag mij angstig aan, als ik vervolgde: "Bewaar mij, Heer! mij, en mijn broedren, en mijn vrinden, En hen zelfs, die een lust in mijne tranen vinden, Indien er zulken zijn misschien!

Dolf vroeg onder veel grappen om een beetje jenever met suiker; en Pieter maakte zijn zakdoek in een kopje melk nat, en hield het verzachtend vocht tegen de blaren in zijn hand. Er was een schommel aan den anderen kant van het huis, en Dolf noodigde de dames tot zijne genoegens. Christien had er een dollen zin in, en Koosje ging ook mede, en Pieter volgde natuurlijk.

Allen lachten; maar het lieve zeventienjarige Koosje had moeite, en daarom vond mevrouw Dorbeen het gepast haar lachende toe te voegen: "Och Koosje! zoo is hij altijd; trouw nooit, kind; want de mannen laten er hun vrouwen altijd inloopen". Pieter was intusschen achter den stoel van Koosje gaan staan rooken en werd op deze woorden bleek.

In een van die tusschenpoozen begon Dolf ons bij den Zwitserschen Robinson te vergelijken. "Hoor eens," zei hij, "Koosje! als we hier voor eeuwig blijven, moeten, dan trouw ik met jou, hoor!" En hij maakte een beweging; om haar de hand te kussen.

Pieter bloosde en wierp een grimmigen blik ter zijde uit op den spreker, volmaakt als een schichtig paard, dat op den straatweg een hondewagen tegenkomt. Koosje bloosde, keerde zich om, en vroeg onmiddellijk aan Christien: "of ze niet moe werd van het roeien?"

"Kom dan! het water!" meer kon Bart niet hooren. Daar kwam Jaaps moeder ook met kleine Koosje op den eenen en den hond onder den anderen arm. Ze gleden haast uit, maar ze liepen toch door en gingen naar den dijk toe. Bart trilde van angst. Wat moest hij doen. Grootmoe! zijn bloed stond stil van schrik. Het was vast niet van den regen.

De dames vonden het dolprettig op het water, Koosje was allerliefst, Christien alleruitgelatenst, Amelie allersentimenteelst. Pieter zelf kwam bij.

Kijk, 't is alledag heerlijk weer: we willen een roeischuitje huren, en we gaan Koosje en nog een andere dame van je kennis, liefst van je familie, vragen om ons de eer aan te doen eens met ons te gaan varen." "Varen?" vroeg Piet op den toon der alleruiterste verbazing.

Zie je mijnheer, ofschoon ik dien eersten brief niet had geschreven om zoo heel te laten drukken, maar alleen om u van die krant te vragen, en ook slechts van meening was om u 't een en ander van eenige dames te melden, opdat gij 't zelf eens zoudt kunnen beschrijven, zoo ben ik nu tot het besluit gekomen om mij maar net als die mevr. Dolly en juffer Koosje en juffr.