United States or Somalia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Mevrouw Dorbeen daarentegen was een rammel, trotsch op haar mevrouwschap, haar muts en haar echtgenoot. Ik had van haar hooren spreken als van iemand die heel mooi een vers opzei, dat ik wel geloofde, daar zij sterk brouwde, en zeer rollende bruine oogen bezat. De manszuster van mejuffrouw Van Naslaan heette Mietje, en was volstrekt niets dan een goed mensch.

Daar nu dan toch de muur gevallen was, die op dergelijke bijeenkomsten, welke men in burgerkringen "een kopje thee, en verder het avondje te passeeren" of ook wel een "presenteertje", of een "aangekleede pijp", of een "aangekleede boterham" noemt; daar nu dan toch, zeg ik, de muur gevallen was, die op dergelijke bijeenkomsten de mannen van de vrouwen scheidt, en er als 't ware eene verbroedering der beide seksen had plaats gehad, en daar mevrouw Dorbeen op eene ongezochte wijze het voorwerp der algemeene opmerkzaamheid geworden was, vond mijn oom goed met een verzoek voor den dag te komen, dat hij reeds lang op 't hart had gehad.

Alles was doodstil om den vreemden stoethaspel te hooren, maar geen der dames zag hem aan, vermits hare loffelijke bescheidenheid dit nooit gedoogt, als men in gezelschap iets voor haar opzegt, met uitzondering van mevrouw Dorbeen, die scheen te willen weten "of hij goed met zijn oogen rollen zou". Koosje zat hevig te festonneeren, en ik zag niets dan haar gescheiden haar.

"Beste schat!" zei Dorbeen, toen het heel stil was, met een lief lachje "ze hebben immers al heel veel van mij gehoord". "Hoe zoo?" vroeg mevrouw Dorbeen. "Wel, ze hooren immers u, mijn beste! en zijt gij niet van mij?" antwoordde hij, heel "droogkomiek".

"Wat?" vroeg de heer Dorbeen, droger en komieker dan ooit; "het nut der regenhoeden?" Er ontstond een groot gelach over deze aardigheid; hetwelk mejuffrouw Van Naslaan min of meer verlegen maakte; zij besloot dus haar lofrede op het bekende geschrift van Lucretia Wilhelmina, die voor een algemeen gesprek in de wieg gelegd was, als privaat gesprek den geest te laten geven.

Met uitzondering van deze die niets, en van de lieve zeventienjarige, die zeer weinig sprak, praatten de aanwezige dames doorgaans alle tegelijk, en de heeren bij het vuur zongen er de tweede partij toe. Hierop nam zij haar breiwerk weer op, en telde de steken van het toertje, daar zij aan bezig was, na. Nu is Dorbeen daar altijd heel wèl van, en vindt het altijd goed zoo als ik het maak..."

De heer Dorbeen kuchte. De heer Van Naslaan trok oogen en wenkbrauwen pijnlijk samen, als of hij vragen wilde: "waar moet dat naar toe?" Juist omdat ook hij dat niet wist, liet mijn ooms gelaat onbepaalde bewondering blijken. "Zoo zijt gij, dierbaar kind!

Mevrouw Dorbeen kon een klein lachje van zenuwachtige voldoening niet onderdrukken.

Mijn tante zou gaarne, in dat oogenblik van verlegenheid, den geheelen bronzen olifant den kop ingedrukt hebben. Maar er was niets aan te doen, en in blinde opgewondenheid ging hij voort met zijn Ach, du lieber Augustin! Het was een tartend geluid voor mevrouw Dorbeen, en zij beefde inwendig van toorn.

Mama Van Naslaan bleek van eene meening te wezen tegenovergesteld aan die, welke haar lief kind met het zoetste lipje der wereld had beleden; zij geloofde veeleer dat haar Koosje niet alleen iets, maar zelfs zeer veel vermocht, en knikte haar daarom toe, ook iets in het midden te brengen, waarop mevrouw Dorbeen zei: "Wel ja, laat je ook reis hooren, Koosje! ik heb nu mijn plicht gedaan!"