United States or Tanzania ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij verloor zich graag in vroolijke genoegens, en vond het niet aangenaam, daar plotseling aan te worden onttrokken. En toen veranderde zijn stemming weer: eensklaps dacht hij er aan, hoe Clara's houding jegens hem, veel had van die van Eleonore.... en het betere in hem overheerschte voor een oogenblik zijn frivool gevoel.

Beiden hieven wij onzen arm op; doch Talbot liet de tromp van zijn pistool zakken, zeggende: »Het is mij onmogelijk om op Clara's broeder aan te leggen." »Het is mij onmogelijk haren beleediger te missen," antwoordde ik, en na goed gemikt te hebben, vuurde ik en trof hem in de zijde. Hij sprong op, draaide een halven slag om en viel met zijn gelaat op den grond.

Doch Ibarra was al weg, om zich op de hoogte te stellen van Maria Clara's toestand. "Laat dit toch geen beletsel zijn om het feest voort te zetten, meneer Ibarra!" zeide de alcalde. "God zij geloofd! De doode is geen geestelijke en geen Spanjaard. We moeten uw behoud vieren. Och, och, als u toch 's die steen op u gekregen had!" "Ik had er een voorgevoel van! Een voorgevoel!" riep de notaris uit.

Ibarra had ook een geparfumeerd briefje ontvangen, dat Anding, Maria Clara's zoogzuster, hem had ter hand gesteld op den avond van den eersten feestdag. 't Luidde aldus: "Crisóstomo: Je hebt je al den heelen dag niet laten zien. Ik heb gehoord dat je een beetje ziek bent. Ik heb voor je gebeden en twee kaarsen voor je aangestoken ofschoon papa zegt, dat je niet ernstig ziek bent.

Talbot was mij een blok, een ketting aan het been, waarvan ik mij niet te spoedig kon bevrijden. Deze brief gaf mij eene aanleiding mijn wrevel bot te vieren; doch in plaats van hem een koel afscheid te geven, zooals Clara's bedoeling was, besloot ik met hem op leven en dood te vechten. Mijn brief uitgelezen hebbende, legde ik dien voor mij neder, zonder iets te zeggen.

Met een diepen zucht erkende ik het onvruchtbare van Clara's sympathie en betuigde mijn eigen bewustzijn, dat op deze wereld voor mij geen geluk meer bestaan kon.

Onder dat ruwe, grove uiterlijk geloofde niemand dat er een hart aanwezig was. Padre Dámaso kon niet verder gaan, en verwijderde zich van het jongemeisje, schreiend als een kind. Hij ging naar de voorgalerij, om vrij te kunnen toegeven aan zijn smart, onder het lievelings-klimop van Maria Clara's balkon. "Wat houdt hij veel van zijn petekind!" dachten allen.

En zich tot Ibarra wendende, die stil geworden was, voegde hij eraan toe: "Komt u ook bij ons eten: bij u thuis bent u alleen." "Met heel veel genoegen, maar ik moet in huis wezen, voor 't geval er bezoek komt," antwoordde de jongeman stamelend, terwijl hij Maria Clara's blik ontweek. "Breng uw vrienden hier," gaf Capitán Tiago onverstoord terug, "bij mij in huis is altijd eten in overvloed.

Maria Clara, half uitgestrekt op haar stoel, bleek, in gedachten, met droeven blik, speelde met een ivoren waaier, net zoo wit als haar fijne spitse vingers. Op de verschijning van Ibarra verschoot Linares van kleur, en verfden Maria Clara's wangen zich rood. Ze trachtte op te staan, doch, daar haar krachten haar begaven, sloeg ze de oogen neer, en liet haar waaier vallen.

Daar keerde Wagestert, die aardigheden aan Hateling stond te verknopen, zich kort om, stiet Gerrit aan den elleboog, en de kop koffie, die hij in de hand had, vloog over het kleedje van grijs gros-de-naples, dat Clara's lieve leden omgaf. Gerrits verlegenheid was verschrikkelijk. De dames vlogen toe, behalve mevrouw Van Hoel; er werden geen zakdoeken gespaard om het vocht op te nemen.